Lezen/Schrijven 6 - les 6

Welkom!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Lezen
  • Lezen/Schrijven 6: eerste versie schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Lezen

Fragment uit The Hate U Give.




Slide 3 - Tekstslide

Lezen/Schrijven 6
Dit moet je kunnen:
  • een tekst samenvatten
  • hoofd- en bijzaken onderscheiden
  • informatie ordenen
  • bronnen op betrouwbaarheid beoordelen
  • schrijfplan maken
  • tekst schrijven en verbeteren a.d.h.v. verkregen feedback
individuele schrijfopdracht:  
havo: flyer
vwo: artikel schrijven

Slide 4 - Tekstslide

Vwo - Artikel
Deze week:
  • Bronnen samenvatten
  • Rode draad voor je artikel
  • Eerste versie schrijven (min. 400 woorden)

Slide 5 - Tekstslide

Artikel - hoofdgedachte
Kijk nog eens naar de verzamelde informatie in combinatie met jouw onderwerp, tekstdoel en publiek. Wat wil je jouw lezers vertellen over dit onderwerp? 

Met andere woorden: wat wordt de centrale boodschap, de hoofdgedachte, van jouw artikel?

-> Noteer de hoofdgedachte van jouw artikel in één zin.

Slide 6 - Tekstslide

Artikel - Schrijfplan
Om ervoor te zorgen dat de centrale boodschap ook overkomt bij de lezer, moet je nadenken over de manier waarop je die boodschap brengt: welke informatie wil je uitwerken en in welke volgorde doe je dat? Je kunt daarbij handig gebruikmaken van een schrijfplan. 

Een schrijfplan is een uitgebreide rode draad waarin je per alinea aangeeft wat de functie en inhoud is. Je maakt eigenlijk een samenvatting van je tekst in steekwoorden.

Slide 7 - Tekstslide

Artikel - Schrijfplan
Noteer in steekwoorden:
  • het onderwerp
  • de hoofdgedachte
  • soort artikel (informatief of opiniërend)
  • wat je in welke alinea vertelt (inleiding - kern - slot)
                                                                              1                4        1

Slide 8 - Tekstslide

Artikel - Teksstructuren
  • voor- en nadelen                      
  • oorzaak - gevolg                       
  • vroeger - nu - toekomst        
  • oplossingstructuur         
  • verklaringstructuur    
  • aspectenstructuur 

Slide 9 - Tekstslide

Artikel - Teksstructuren
  • voor- en nadelen                      
  • oorzaak - gevolg                       
  • vroeger - nu - toekomst        
  • oplossingstructuur         
  • verklaringstructuur    
  • aspectenstructuur 

Slide 10 - Tekstslide

Artikel - inleiding
De inleiding kan drie functies hebben:
  • de lezer nieuwsgierig maken
  • het onderwerp van de tekst vertellen
  • de opbouw van de kern aankondigen. 

-> Schrijf de eerste versie van je inleiding (vanaf nu in Word)

Slide 11 - Tekstslide

Artikel - kern
In de kern komt de belangrijkste informatie over jouw onderwerp. Je lezer moet de belangrijkste kenmerken, feiten, oplossingen of argumenten te weten komen.
Bedenk minimaal vier kenmerken, feiten, oplossingen of argumenten. Meer mag, maar zorg ervoor dat je alinea's dan niet te kort worden. Bedenk bij elk punt een korte uitleg en geef eventueel voorbeelden.

-> Ga daarna verder met de kern. Deze bestaat uit minimaal vier alinea's.

Slide 12 - Tekstslide

Artikel - slot
Het slot is het laatste gedeelte van de tekst. In het slot moet in elk geval de hoofdgedachte terugkomen. Je moet niet in het slot iets nieuws gaan vertellen. Het is de bedoeling dat je in het slot de tekst afrondt. Dat kun je op de volgende manieren doen:
  • een samenvatting geven
  • een conclusie trekken
  • een afweging maken
  • een toekomstverwachting geven

Slide 13 - Tekstslide

Artikel - slot
Het is mooi als je je artikel met een krachtige eindzin af kunt ronden, bijvoorbeeld met een grapje, een woordspeling, een toekomstverwachting of een terugblik naar de inleiding. Op deze manier zorg je voor een 'rond' verhaal.

-> Schrijf ten slotte het slot, waarin in ieder geval de hoofdgedachte 
     terugkomt.

Slide 14 - Tekstslide

Samenvattend
Schrijf een informatief of opiniërend artikel
  • maak een schrijfplan
  • inleiding -> introductie onderwerp + lezer nieuwsgierig maken + opbouw
  • kern -> minimaal vier alinea's
  • slot -> herhaling van in ieder geval de hoofdgedachte

   -> Denk vast na over een goede titel
   

Slide 15 - Tekstslide

Wat lever je in?
-schrijfplan
-link naar de drie gebruikte bronnen
-eerste versie van je tekst
-verkregen feedback
-tweede versie van je tekst

Slide 16 - Tekstslide

Havo - Flyer
Deze week:
  • Bronnen samenvatten
  • Rode draad voor je flyer bedenken
  • Eerste versie schrijven

   -> inhoud, opbouw, lay-out

Slide 17 - Tekstslide

Flyer - inleiding
In de inleiding vertel je kort waar jouw flyer over gaat. Over welk onderwerp gaat je flyer? En wat ga je precies vertellen? Met een goede inleiding zorg je ervoor dat de lezer nieuwsgierig wordt naar de rest van de flyer.

-> Schrijf de eerste versie van je inleiding (vanaf nu in Word)

Slide 18 - Tekstslide

Flyer - kern
In de kern komt de belangrijkste informatie over jouw product, actie of activiteit. Je lezer moet de belangrijkste kenmerken te weten komen.


Bedenk minimaal vier kenmerken, feiten, argumenten. Meer mag, maar geef niet te veel informatie. Je flyer kan dan erg druk en onoverzichtelijk worden. Bedenk bij elk punt een korte uitleg en geef eventueel voorbeelden.

-> Ga daarna verder met de kern. Deze bestaat uit vier alinea's.

Slide 19 - Tekstslide

Flyer - slot
In het slot vat je de belangrijkste zaken nog eens kort samen. Je noemt de belangrijkste punten dus nog een keer, maar nu zonder uitleg en voorbeelden. 

In het slot mag je best laten merken dat jij enthousiast bent over het product, de actie of de activiteit  ->  beoordelingswoorden.

-> Schrijf ten slotte het slot, waarin je de vier kenmerken herhaalt.

Slide 20 - Tekstslide

Samenvattend
Ontwerp een aantrekkelijke flyer.
  • inleiding -> introductie onderwerp
  • kern -> vier alinea's
  • slot -> herhaling van de kenmerken + beoordelingswoorden

   -> Denk vast na over een goede titel
   

Slide 21 - Tekstslide

Wat lever je in?
-link naar de drie gebruikte bronnen
-eerste versie van je tekst (tekst in Word)
-verkregen feedback
-tweede versie van je tekst (bijv. in Canva, PPT , Word)

Slide 22 - Tekstslide