Lezen 2.2 - 2 kgt

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Lezen 2.2 - 2 kgt

Lesplanning

- Uitleg + oefeningen theorie 2.2 lezen

- Maak opdrachten van 2.2

Lesdoel:

- Je kunt drie tekstdoelen opnoemen en daar een voorbeeld van geven.  

- Je kunt vertellen wat verwijswoorden zijn.

Welk woord hoort op de puntjes?

Een ... heeft altijd een bedoeling met een tekst.

1. het tekstdoel
2. schrijver
3. lezer
4. het onderwerp

Welk woord hoort op de puntjes?

Een schrijver heeft altijd een bedoeling met een tekst. Dat noem je ...

1. het tekstdoel
2. schrijver
3. lezer
4. het onderwerp

Wat is het tekstdoel van een leesboek?

1. amuseren
2. informeren
3. activeren/overhalen

Wat is het tekstdoel van een uitnodiging voor een feest?

1. amuseren
2. informeren
3. activeren/overhalen

Wat is het tekstdoel van een handleiding?

1. amuseren
2. informeren
3. activeren/overhalen

Welk tekstdoel heeft een schrijver die reclame maakt?

1. informeren
2. activeren/overhalen
3. amuseren

We lezen gezamenlijk tekst 1 (blz. 58).

Daarna komen er nog een paar vragen.

Lees tekst 1 (blz. 58)

Wat wil de schrijver met zijn tekst bereiken?

1. Hij wil dat de lezer plezier heeft.
2. Hij wil de lezer informatie geven.
3. Hij wil de lezer overhalen om iets te doen.

Lees tekst 1 (blz. 58)

Wat is het tekstdoel van tekst 1?

1. amuseren
2. informeren
3. activeren/overhalen

Lees tekst 2 (blz. 58)

Wat is het tekstdoel van tekst 2?

1. amuseren
2. informeren
3. activeren/overhalen

We lezen gezamenlijk tekst 4 (blz. 59).

Daarna komen er nog een paar vragen.

Wat is het tekstdoel van tekst 4?

Alle leerlingen hebben hun huiswerk gemaakt. Zij verdienen een compliment.

Waarnaar verwijst het woord 'zij'?

Lesplanning

- Lees de theorie van 1.2 op blz. 59 en 60. 

- Maak van 2.2, opdr. 8 t/m 10 (blz. 60)

- Klaar? --> laat je opdrachten aan mij zien en ga lezen

Lesdoel:

- Je kunt drie tekstdoelen opnoemen en daar een voorbeeld van geven.  

- Je kunt vertellen wat verwijswoorden zijn.

Huiswerk:

- Lees de theorie van 1.2 op blz. 59 en 60. 

- Maak van 2.2, opdr. 8 t/m 10 (blz. 60)