2.3 temperatuur

Vandaag
-Huiswerkcheck
-terugblik
-uitleg par. 3
- samen inoefenen
- zelfstandig werken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeNatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
-Huiswerkcheck
-terugblik
-uitleg par. 3
- samen inoefenen
- zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

terugblik
-deeltjesmodel
Wanneer je op tafel met water knoeit, zie je vaak plassen liggen en geen losse druppels.
Leg met behulp van het deeltjesmodel uit hoe dit komt.

Absolute druk= luchtdruk+overdruk
Leg uit met een voorbeeld


Slide 2 - Tekstslide

terugblik
-faseovergangen

In welke fase is het water in je adem als je in de winter je adem kunt zien als je uitademt?


Slide 3 - Tekstslide

huiswerk
We kijken samen opdracht 8 en 9 na.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is temperatuur?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij 0°C als je dit aan
Andreas Celsius vraagt?
Water kookt
IJs smelt

Slide 13 - Poll

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

gasdruk, blz 96

Slide 19 - Tekstslide

Samen inoefenen/huiswerk
We maken samen de opdrachten.
Volgende les maken we de rest van de opdrachten samen.

Zelfstandig werken: opdracht 
Dit is ook het huiswerk

Klaar kijk na met een nakijkboekje
Pak je leesboek of ga rustig iets voor jezelf doen

Slide 20 - Tekstslide

Bespreken
a. Het aanbrengen of controleren van een schaalverdeling noem je ijken.
b. De temperatuurschaal van Celsius heeft twee vaste punten:
  • het lage punt (0°C) is het smeltpunt van ijs.
  • Het hoge punt (100°C) is het kookpunt van water.
c. Een bimeteaal bestaat uit twee strips van verschillende metalen.
d. Als de temperatuur stijgt, zet de ene strip sterker uit dan de andere.

Slide 21 - Tekstslide

Bespreken
14. Het ene metaal zet bij verwarming meer uit dan het andere metaal.


Slide 22 - Tekstslide

Bespreken





 A. vloeistofthemometer, B. bimetaalthermometer en C. vloeistofthermometer.

Slide 23 - Tekstslide

Hoe warm is het als het 293K is?
A
293K+273=566°C
B
293K-273=20°C
C
293K+100=393°C
D
293K-100=193°C

Slide 24 - Quizvraag

Wat is temperatuur?

Slide 25 - Woordweb

terugblik

Slide 26 - Tekstslide