Zinsontleding
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Stap nummer 1: zoek het gezegde
Ik geef jou dit kleine boekje
(tip: alle werkwoorden)
Ik geef jou dit kleine boekje
(tip: alle werkwoorden)
Slide 6 - Open vraag
Stap nummer 2: zoek het onderwerp
Ik geef jou dit kleine boekje
tip: wie + gezegde (dus WIE geeft)
Ik geef jou dit kleine boekje
tip: wie + gezegde (dus WIE geeft)
Slide 7 - Open vraag
Stap nummer 3: zoek het lijdend voorwerp
Ik geef jou dit kleine boekje
(tip: wat + onderwerp + gezegde, dus wat GEEF IK)
Ik geef jou dit kleine boekje
(tip: wat + onderwerp + gezegde, dus wat GEEF IK)
Slide 8 - Open vraag
Stap nummer 1: zoek het gezegde
De beste schrijver heeft dit boek geschreven.
De beste schrijver heeft dit boek geschreven.
Slide 9 - Open vraag
Stap nummer 2: zoek het onderwerp
De beste schrijver heeft dit boek geschreven.
De beste schrijver heeft dit boek geschreven.
Slide 10 - Open vraag
Stap nummer 3: zoek het lijdend voorwerp
De beste schrijver heeft dit boek geschreven.
De beste schrijver heeft dit boek geschreven.
Slide 11 - Open vraag
zoek het lijdend voorwerp (LV) (tip: volg het stappenplan, dus: 1.gezegde, 2.onderwerp, 3.lijdend voorwerp)
Ik leen een prachtig boek
Ik leen een prachtig boek
A
ik
B
boek
C
een prachtig boek
D
leen
Slide 12 - Quizvraag
zoek het lijdend voorwerp:
dit prachtige boek vertelt het mooiste verhaal.
dit prachtige boek vertelt het mooiste verhaal.
A
dit prachtige boek
B
vertelt
C
verhaal
D
het mooiste verhaal
Slide 13 - Quizvraag
zoek het LV:
Dit kleine boekje heeft een grote prijs gewonnen
Dit kleine boekje heeft een grote prijs gewonnen
A
dit kleine boekje
B
heeft gewonnen
C
een grote prijs
D
prijs
