week 3 - gustar + werkwoorden

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • repetir el vocabulario
  • repetir gustar
  • corregir los deberes
  • verbos regulares
Miércoles, 18 de enero
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • repetir el vocabulario
  • repetir gustar
  • corregir los deberes
  • verbos regulares
Miércoles, 18 de enero

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
noteer voor woensdag 25 januari
  • leren: de regelmatige werkwoorden (tarea 3.2)
  • maken: van tarea 3.3 opdracht A, B, C, D
Plan nu 3 momenten in je agenda:
  • 2 x vervoegingen leren
  • 1 x opdrachten maken
woensdag 1 februari 
SO tarea 1 en 3.1, 3.2, 3.3

Slide 2 - Tekstslide

Mening geven
Hoe kun je je mening over iets geven?
Creo que ............... es .....................
Leerdoel: mening geven

Slide 3 - Tekstslide

genial

Slide 4 - Open vraag

verschrikkelijk

Slide 5 - Open vraag

interessant

Slide 6 - Open vraag

divertido

Slide 7 - Open vraag

saai

Slide 8 - Open vraag

ik ook

Slide 9 - Open vraag

creo que sí

Slide 10 - Open vraag

ja, dat is waar

Slide 11 - Open vraag

Gustar
Wanneer gebruik je gusta?


Wanneer gebruik je gustan?

Voor een zelfstandig nw. enkelvoud.
voor een werkwoord.
Voor een zelfstandig naamwoord meervoud.

Slide 12 - Tekstslide

Gustar
Kies in de volgende dia gusta of gustan.

Slide 13 - Tekstslide

Me ..................... hablar español.
A
gusta
B
gustan

Slide 14 - Quizvraag

¿Te ............... los perros?
A
gusta
B
gustan

Slide 15 - Quizvraag

No me ................... el fútbol.
A
gusta
B
gustan

Slide 16 - Quizvraag

¿Te ................ bailar?
A
gusta
B
gustan

Slide 17 - Quizvraag

¿Te ................. los perros?
A
gusta
B
gustan

Slide 18 - Quizvraag

Vamos a corregir

Libro de ejercicios: 2.5, 2.6, 2.7 


 

Slide 19 - Tekstslide

¿Qué te gusta? ¿Qué no te gusta?
Leerdoel: gustar

Slide 20 - Tekstslide

werkwoorden -AR
Leerdoel: werkwoorden

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag

maak tarea 3.1 en 3.2 uit je module

pág. 30, 31, 32
timer
15:00
Leerdoel: werkwoorden

Slide 22 - Tekstslide

verbos regulares
yo
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
hablar
hablo
hablas
habla
hablamos
habláis
hablan
comer
como
comes
come
comemos
coméis
comen
vivir
vivo
vives
vive
vivimos
vivís
viven
praten
eten
wonen/leven
Leerdoel: werkwoorden

Slide 23 - Tekstslide

uitwerking
beber (drinken)
bebo
bebes
bebe
bebemos
bebéis
beben
leer (lezen)
leo
lees
lee
leemos
leéis
leen
escribir (schrijven)
escribo
escribes
escribe
escribimos
escribís
escriben
abrir (openen)
abro
abres
abre
abrimos
abrís
abren
Leerdoel: werkwoorden

Slide 24 - Tekstslide

werkwoorden -ER/-IR
Leerdoel: werkwoorden

Slide 25 - Tekstslide

vivir, tú

Slide 26 - Tekstslide

vives

Slide 27 - Tekstslide

comer, yo

Slide 28 - Tekstslide

como

Slide 29 - Tekstslide

beber, ellos

Slide 30 - Tekstslide

beben

Slide 31 - Tekstslide

escribir, vosotros

Slide 32 - Tekstslide

escribís

Slide 33 - Tekstslide

leer, vosotros

Slide 34 - Tekstslide

leéis

Slide 35 - Tekstslide

abrir, nosotros

Slide 36 - Tekstslide

abrimos

Slide 37 - Tekstslide

abrir, él

Slide 38 - Tekstslide

abre

Slide 39 - Tekstslide

comer, nosotros

Slide 40 - Tekstslide

comemos

Slide 41 - Tekstslide

AAN DE SLAG MET JE OPDRACHTEN

Slide 42 - Tekstslide