3 mavo - 49.2

bei Deutsch
mavo 3
2. Periode 
KW 49
Heute:
huiswerk controle
LessonUp
jullie kiezen

Hausaufgaben check
LessonUp Perfekt
ihr wählt
Willkommen!
Rätsel:
Ich bin etwas, das du brechen kannst,
ohne es zu berühren.
Was bin ich?
LernZiel:
Je weet wanneer een woord der, die of das is.

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 4 min

Onderdelen in deze les

bei Deutsch
mavo 3
2. Periode 
KW 49
Heute:
huiswerk controle
LessonUp
jullie kiezen

Hausaufgaben check
LessonUp Perfekt
ihr wählt
Willkommen!
Rätsel:
Ich bin etwas, das du brechen kannst,
ohne es zu berühren.
Was bin ich?
LernZiel:
Je weet wanneer een woord der, die of das is.

Slide 1 - Tekstslide

sectie 1 helemaal 
1. alles van de sectie overslaan
2. elke les goud maken
Huiswerkcontrole
KW 47
KW 48
KW 49

KW 50
KW 51
KW 2
lernen Seite 88
lernen Seite 88, 89, 
lernen Seite 88, 89, 90, 

lernen Seite 88, 89, 90, 91 
lernen Seite 88, 89, 90, 91 + Grammatik
alles voor de Toets herhalen

Slide 2 - Tekstslide

LessonUp
NIEUW: geslacht zelfstandig naamwoord
herhalen voorzetsels 4e naamval
herhalen voltooid deelwoord
herhalen kloktijden
herhalen vraagwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Welk lidwoord hoort bij dit woord?
Montag
A
der (mannelijk)
B
die (vrouwelijk)
C
das (onzijdig)
D
die (meervoud)

Slide 5 - Quizvraag

Welk lidwoord hoort bij dit woord?
Freiheit
A
der (mannelijk)
B
die (vrouwelijk)
C
das (onzijdig)
D
die (meervoud)

Slide 6 - Quizvraag

Welk lidwoord hoort bij dit woord?
Mannschaft
A
der (mannelijk)
B
die (vrouwelijk)
C
das (onzijdig)
D
die (meervoud)

Slide 7 - Quizvraag

Welk lidwoord hoort bij dit woord?
Mädchen
A
der (mannelijk)
B
die (vrouwelijk)
C
das (onzijdig)
D
die (meervoud)

Slide 8 - Quizvraag

Welk lidwoord hoort bij dit woord?
Winter
A
der (mannelijk)
B
die (vrouwelijk)
C
das (onzijdig)
D
die (meervoud)

Slide 9 - Quizvraag

durch für ohne um
ich -> mich
du -> dich
er -> ihn
sie -> sie
es -> es


net als in NL
ik - mij
jij - jou
hij - zijn
etc.
wir -> uns
ihr -> euch
sie -> sie
Sie -> Sie
NA
veranderd:

Slide 10 - Tekstslide

Vul de zin correct aan.
... esse eine Pizza.
A
ich
B
mich
C
du
D
dich

Slide 11 - Quizvraag

Vul de zin correct aan.
Das ist für ...
A
ich
B
mich
C
du
D
dich

Slide 12 - Quizvraag

Voltooid deelwoord
hoe maak je die?

Slide 13 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
ge + stam + t

stam eindigt op d t m n -> extra e

stam eindigt op ieren -> alleen stam + t

Slide 14 - Tekstslide

vertaal:
(Hoe) laat is het?
A
Wer spät ist es?
B
Wo spät ist es?
C
Wie spät ist es?
D
Wann spät ist es?

Slide 15 - Quizvraag

wat is het voltooid deelwoord van:

fotografieren
A
fotografiert
B
fotografieret
C
gefotografiert
D
gefotografiertet

Slide 16 - Quizvraag

fast (bijna) elf Uhr
zwanzig vor zwölf
Viertel nach sieben
halb neun
zehn Uhr
fünf nach zwölf

Slide 17 - Sleepvraag

macht die Aufträge
timer
4:00
alleen
tweetallen
timer
4:00
Aufträge
Seite 74 (helemaal)

vergelijk na 2 minuten de antwoorden
presenteer de antwoorden voor de klas




-
presenteren
in tweetallen

Slide 18 - Tekstslide


ihr wählt!
Duolingo
luisteroefeningbladzijde 59
Phineas und Ferb kijken
Blooket
leestekstje bladzijde 53, 54
Quizje over heelal en paarden
spel Shit Happens
spel weerwolven
Duitse muziekquiz
skribbl.io (in het Duits)

Slide 19 - Poll

sectie 1 helemaal 
1. alles van de sectie overslaan
2. elke les goud maken

Slide 20 - Tekstslide

Ziel
Je weet wanneer een woord der, die of das is.
Hast du das Ziel erreicht?

Slide 21 - Tekstslide

der nächste Unterricht
woordjes bladzijde 88, 89, 90

Slide 22 - Tekstslide

das Ende
Wat had jij anders gewild in deze les?
Wat vind je van het vak Duits?
Vond je vandaag iets moeilijk?
Wat was er goed aan deze les?
Heb je een tip voor iemand ?
Weet je een leuke reflectievraag?
kies een vraag en bedenk het antwoord

Slide 23 - Tekstslide

tschüss!                   auf Wiedersehen!

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wählt!
klein groepje skribbl.io
IN HET DUITS! AUF DEUTSCH!

of / oder

Duolingo

Slide 26 - Tekstslide