Ondernemend gedrag les 6. BSF

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Ondernemend gedragMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kansen zien deel 1
Ondernemend gedrag ontwikkel je in vier stappen: jezelf kennen, de omgeving kennen, kansen zien en kansen grijpen. De eerste twee stappen zijn in de vorige lessen aan de orde geweest. Nu ga je aan de slag met het zien van kansen. Als je werkt, gebeurt er veel om je heen. Let daar maar eens op. Je ziet veel, bijvoorbeeld dat iemand fouten maakt. Je ziet misschien zelfs hoe het beter kan.

Aan het eind van dit hoofdstuk
• ken je basisbegrippen die horen bij ondernemerschap en ondernemend gedrag
• kun je jezelf presenteren
• kun je jezelf beoordelen op ondernemend gedrag
• kun je omgaan met feedback
• kun je reflecteren op je eigen gedrag.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

theoriebronnen lezen
Brainstorm Spel

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen 
Theoriebron: Lef en overtuigingskracht

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

klassikaal: Het brainstormspel (opdracht 19)



Kansen grijpen heeft te maken met goede ideeën. Die kun je krijgen door te brainstormen. Brainstormen betekent dat je oplossingen bedenkt voor een probleem.
stap 1: groepjes van 3 studenten: Doe deze opdracht in een groep van drie. 
stap 2: Maak twee stapels (wie en wat). Schud elke stapel. Leg de kaartjes op hun kop op tafel. Pak het bovenste kaartje van elke stapel. Dit vormt een combinatie. Bedenk nu samen zo veel mogelijk (ondernemings)kansen voor die combinatie. 
stap 3: Schrijf deze op. Hierna maken jullie de volgende combinatie en herhalen de opdracht. 


Voorbeeld
Je combineert ‘senioren’ met ‘ontspanning’. Ondernemingskansen zijn dan bijvoorbeeld:
speciale golfreizen organiseren
diner met halve porties voor een aantrekkelijke prijs
kaartochtend bij de tennisvereniging. 






















Slide 6 - Tekstslide

StapPrint het schema van ‘Kaartjes Het brainstormspel’ uit en maak er kaartjes van. Je krijgt op die manier vijftien wie-kaartjes en vijftien wat-kaartjes.
Klassikaal: Originele ideeën (Opdracht 22A)
Als je originele ideeën hebt, ben je innovatief of met een ander woord: vernieuwend. Vernieuwend zijn kun je trainen. Daar zijn verschillende manieren voor. Je gaat twee van die mogelijkheden uitproberen. 
Je zoekt daarbij een antwoord op de vraag: 'Hoe kom ik aan voldoende geld om op vakantie te gaan?'


  1. Kies een belangrijk woord (sleutelwoord) uit de vraag. 
  2. Schrijf daarna tien woorden op waaraan je denkt bij dat sleutelwoord.
  3. Hoe kun je die tien woorden gebruiken om tot een oplossing te komen? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies