ICT hardware 2

Herhaling Hardware

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Hardware

Slide 1 - Tekstslide

Wat is hardware?
A
alle programma's die op een pc staan
B
muis en toetsenbord
C
alle interne onderdelen van een pc
D
alle onderdelen die je kan aanraken

Slide 2 - Quizvraag

Wat is software?
A
beeldscherm
B
alles wat je kan aanraken van een pc
C
programma's en apps van een pc
D
hoe een computer werkt

Slide 3 - Quizvraag

Korte herhaling hardware
Kijk de film en beantwoord daarna de vragen over hardware!

opmerking: in de video heeft de meneer het over een klavier; dat is een toetsenbord!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoe wordt de 'kast' van een pc genoemd?
A
kast
B
doos
C
case
D
box

Slide 6 - Quizvraag

Hoe wordt in de video het moederbord ook wel genoemd?
A
elektronische unit
B
elektronische printplaat
C
elektronische case

Slide 7 - Quizvraag

Noem 3 onderdelen die je op een moederbord kan plaatsen?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de functie van het moederbord?
A
kinderen voorzien van eten
B
dat de hardware onderdelen elkaar kunnen aanspreken
C
dat de hardware onderdelen met elkaar in verbinding staan
D
het bord van je moeder

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent CPU?
A
centrale periode unit
B
central processing unit
C
central processing unity
D
centrale verwerkingseenheid

Slide 10 - Quizvraag

wat doet een CPU?
A
instructies uitvoeren
B
instructies bedenken

Slide 11 - Quizvraag

Hoe zorg je er voor dat een CPU niet te warm wordt?

Slide 12 - Open vraag

Wat doet een grafische kaart?

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent de afkorting HDD
A
hartstikke dolle dag
B
hard disk drive
C
hard disk driver
D
hele dwaze dag

Slide 14 - Quizvraag

Wat doet het RAM geheugen?
A
voor altijd gegevens opslaan
B
soms gegevens opslaan
C
tijdelijk opslaan van gegevens
D
zorgen dat er niets wordt opgeslagen

Slide 15 - Quizvraag