Training praktijkexaminatoren

Training praktijkexaminatoren
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBO

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Training praktijkexaminatoren

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van de dag
De praktijkexaminator;
- kent de regels omtrent het ontvangen van het diploma mbo-verpleegkunde;
- kent de competenties van de praktijkexaminator;
- kent de regels omtrent het geven van de go/no go;
- weet dat het examen niet uitgevoerd mag worden voordat er een go van de praktijk is.
- weet dat de student het examen geheel zelfstandig moet uitvoeren;
- kan de rubric toepassen bij gedragsbeoordelingen van het praktijkexamen;
- kan de rubric toepassen bij het beoordelen van verantwoordingsverslag examen W10;
- kan de gedragsbeoordeling van het examen volgens de richtlijnen onderbouwen;
- kan het verantwoordingsverslag van examen W10 volgens de richtlijnen onderbouwen.

Slide 2 - Tekstslide

Programma van de training
1.  MBO verpleegkundige
2. Competenties van de praktijkexaminator
3. GO/NO GO 
4. Uitvoeren van het praktijkexamen
5. Gedragsbeoordeling van het beroepsgerichte examen
6. Onderbouwing van de gedragsbeoordeling.
7. Beoordeling van verantwoordingsverslag
8. Onderbouwing van het verantwoordingsverslag

Slide 3 - Tekstslide

De student ontvangt het diploma Mbo-verpleegkundige:
- Als alle praktijkexamens aan het einde van leerjaar 4 uitgevoerd zijn en tenminste voldoende zijn beoordeeld;

- als de student het vereiste niveau heeft behaald op de generieke vakken Nederlands, Engels en rekenen;

- als de student heeft voldaan aan de eisen voor loopbaan en burgerschap;

- als de student heeft voldaan aan de eisen van toetsen en studiepuntenopdrachten.


Slide 4 - Tekstslide

Kent u de competenties van de praktijkexaminator?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Welke competenties zou een praktijkexaminator volgens u moeten beheersen?

Slide 6 - Open vraag

Competenties van de praktijkexaminator
- Het toepassen van vakdeskundigheid

- De praktijkexaminator is tenminste gediplomeerd verpleegkundige als de student de opleiding verpleegkunde doet.

- De praktijkexaminator is vak deskundig in het te examineren werkproces.

- De praktijkexaminator verzamelt tijdens het uitvoeren van het praktijkexamens gegevens en observeert om tot een eerlijk oordeel te komen.

- De praktijkexaminator evalueert op basis van de eigen deskundigheid het examenproces.

- De praktijkexaminator gebruikt vakkennis en stelt gerichte vragen aan de student.

- De praktijkexaminator beoordeelt of de student aan de hand van de gerichte vragen zijn keuzes kan verantwoorden.

Slide 7 - Tekstslide

Samenwerken en overleggen
- De praktijkexaminator stemt af met de student, waar nodig met de BPV docent en de afdeling over het examen.

- De praktijkexaminator stimuleert andere betrokken hun mening te geven over het eigen functioneren.

- De praktijkexaminator kan zijn eigen werkwijze evalueren, verbeteren en verantwoorden.

Slide 8 - Tekstslide

Ethisch en integer handelen en analyseren
Ethisch en integer handelen
- De praktijkexaminator examineert objectief.
- De praktijkexaminator gaat op discrete wijze om met de aandachtspunten en/of informatie die hij na het praktijkexamen heeft gegeven.

Analyseren
- De praktijkexaminator geeft een beoordeling met onderbouwing door te observeren, registreren en beoordelen volgens de geldende beoordelingscriteria.


Slide 9 - Tekstslide

Presenteren, formuleren en rapporteren
Presenteren
- De praktijkexaminator legt duidelijk zijn rol uit tijdens het examen.
- De praktijkexaminator creëert een veilige examenomgeving voor de student.

Formuleren en rapporteren
- De praktijkexaminator kan de beoordelingscriteria van het praktijkexamen schriftelijk verantwoorden.


Slide 10 - Tekstslide

Voorbereiding op het beroepsgerichte examen
- De student maakt de oefenopdracht(en) en laat deze beoordelen en aftekenen (volgens de afspraken van de BPV instelling).

- De student maakt een werkplanning/planningsformulier voor het examen.

- De student bestudeert de beoordelingscriteria toelichting van het examen.

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer geeft u een go aan de student?

Slide 12 - Open vraag

GO/NO go formulier
Om het examen te mogen uitvoeren heeft de student een Go nodig van de BPV-instelling en van school. Hiervoor laat de student een GO/NO GO formulier invullen: het formulier moet zijn getekend voordat het examen uitgevoerd wordt!

De BPV-instelling tekent eerst.
- Om een GO te kunnen krijgen moet de student een werkplanning of planningsformulier laten goedkeuren door u.

- In deze werkplanning moet de student de situatie duidelijk beschrijven. De context waar en hoe het examen plaatsvindt moet duidelijk zijn.

- De student moet voldoen aan alle criteria voordat u een go geeft.


Slide 13 - Tekstslide

De VBO docent geeft de go namens school
Wanneer de student een GO van u heeft ontvangen, vraagt de student aan de LOB-/VBO-docent om het GO/NO GO formulier te tekenen.   


De LOB-/VBO-docent zal kijken of de student aan de gestelde eisen van de opleiding voldoet.

Voldoet de student (nog) niet aan alle eisen, zal de VBO docent geen go geven. De student mag in dat geval het examen niet uitvoeren!

Voorbeeld: examen 7

Slide 14 - Tekstslide

De student voert het praktijkexamen wel eens uit voordat de go van school gegeven is.
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Uitvoeren van het praktijkexamen
Na het ontvangen van een Go van school plant de student op eigen initiatief het praktijkexamen met de praktijkexaminator in. 

De student voert het beroepsgerichte examen in de praktijk uit zoals de student in de werkplanning of het planningsformulier heeft beschreven.


De student voert het examen geheel zelfstandig uit, zonder hulp van de werkbegeleider of docent.

Slide 16 - Tekstslide

Ik ondersteun de student bij het praktijkexamen.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Het examen
Het examen bestaat uit een voorblad (deze wordt ingevuld door de examinator van school).


De opdracht met daarin beschreven:
- Het werkproces
- De opdracht (de opdracht die de student moet uitvoeren om te voldoen aan de beoordelingscriteria)
- Resultaat
- Beoordelingsvorm (gedragsbeoordeling en/of gedragsbeoordeling met verantwoordingsverslag). Het verantwoordingsverslag wordt met uitzondering van examen W10 beoordeeld door de schoolexaminator).
- Bewijsstukken (ingevulde gedragsbeoordeling)    

Slide 18 - Tekstslide

Leest u het examen voordat u gaat examineren eerst uitgebreid door?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Beoordeling van het beroepsgerichte examen door examinator uit de praktijk. 

Op de volgende dia, ziet u een video.
Hoe zou u het handelen van de baliemedewerker beoordelen? 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Hoe zou u het handelen van de baliemedewerker beoordelen?

Slide 22 - Open vraag

Op de volgende dia ziet u opnieuw een video. 

Hoe zou u het handelen van de zorgmedewerker in deze situatie beoordelen?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Hoe zou u het handelen van de zorgmedewerker in deze situatie beoordelen?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Kunt u deze rubric toepassen in de praktijk?

Slide 27 - Open vraag

Onderbouwing van de gedragsbeoordeling
Geef een onderbouwing bij de beoordeling gericht op de gedragscriteria, waarom is het onvoldoende/voldoende/goed. 

Het gaat hierbij om een duidelijke beschrijving van de criteria die beoordeeld zijn. In de onderbouwing mag niet geschreven worden de student heeft het goed gedaan. 

Dit zegt niets over de wijze waarop de student het examen heeft uitgevoerd. Beter is om te vermelden wat de student heeft gedaan om deze beoordeling te krijgen.



 

Slide 28 - Tekstslide

Voorbeeld onderbouwing
De student past de vereiste vakkennis en vaardigheden vlot toe. De student heeft de belangrijkste gegevens besproken met de zorgvrager en gerapporteerd. De student heeft alle beoordelingscriteria goed toegepast. De student benoemt veranderingen in het gedrag, de gezondheidstoestand en het welbevinden van de zorgvrager. En heeft tijdens het examen volledig zelfstandig gewerkt. De student heeft geen fouten gemaakt. De beroepshouding van de student gedurende dit examen is goed. De student toont respect, stelt vragen en reageert op signalen van de zorgvrager.

Slide 29 - Tekstslide

Zou u de onderbouwing schrijven zoals het voorbeeld?

Slide 30 - Open vraag

Authenticiteit
De examinator uit de praktijk geeft geen beoordeling, maar zet wel een handtekening op het verslag voor echtheid. Het bewijsstuk moet op de voorpagina door het werkveld zijn getekend met naam/handtekening en datum.

Slide 31 - Tekstslide

Verantwoordingsverslag
De productbeoordeling/ het verantwoordingsverslag wordt (met uitzondering van examen W10) door school beoordeeld!


Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Voorbeeld examen. 

Slide 34 - Tekstslide


Hoe zou u het examen beoordelen? Beargumenteer uw antwoord.

Slide 35 - Open vraag

Voorbeeld examen

Slide 36 - Tekstslide


Hoe zou u het examen beoordelen?
Beargumenteer uw antwoord.

Slide 37 - Open vraag


Zijn de doelen behaald?
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quizvraag


Wat heeft u geleerd in deze training?

Slide 39 - Open vraag


Wat vond u van deze training?

Slide 40 - Open vraag