AT3a - Monday 26 Jan.- unit 4.5: some, any, something, anything AND direct - vs indirect speech

Welcome AT3a!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome AT3a!

Slide 1 - Tekstslide

Planning:

  • "new" grammar item: some, something, any, anything
  • do: ex.  (unit 4.5!)
  • homework 

Slide 2 - Tekstslide

Pay attention to the video...
Try to remember one sentence.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

What have you just noticed?

Slide 5 - Woordweb

Als je het al begrijpt, mag je alvast aan de opdrachten werken:
ex. 

Slide 6 - Tekstslide

Some vs any

Slide 7 - Tekstslide

Some vs any
Het betekent 'een paar',  'een beetje' of 'wat'. 
--------------------------------------------------------
Some gebruik je bij:
- bevestigende zinnen. 
- vragen waarbij je als antwoord 'ja'  verwacht. 
- vragen waarbij je iemand iets aanbiedt

Slide 8 - Tekstslide

Any gebruik je bij:
- ontkennende zinnen (ontkenningen dus)
- alle andere vragen

Slide 9 - Tekstslide

Some gebruik je bij:
- bevestigende zinnen.
- vragen waarbij je als antwoord 'ja' verwacht.
- vragen waarbij je iemand iets aanbiedt'

Any gebruik je bij:
- ontkennende zinnen (ontkenningen dus)
- alle andere vragen 

Slide 10 - Tekstslide

Examples:
We have some good ideas.
------------------------------
Stel je bent in een restaurant, dan kan je vragen:
Can I have some water, please?
Mag ik wat water, alsjeblieft?

Je gaat er van uit dat ze water hebben in een restaurant, dan kan je some gebruiken.

Slide 11 - Tekstslide

Examples (any):
- I haven't got any idea .
Ik heb geen idee.

- Do you have any plans for the weekend?
Heb je plannen voor het weekend?

Slide 12 - Tekstslide

Attention!
Je kan ook bevestigende zinnen hebben met ONTKENNENDE WOORDEN (never, without, hardly) ook dan gebruik je ANY:
- We arrived WITHOUT ANY delay.
We kwamen aan zonder enige vertraging.

- I have NEVER seen ANY cats in my street.
I heb nooit katten gezien in mijn straat.

Slide 13 - Tekstslide

Lucas zegt: "Ik houd van films kijken."

 Lucas zegt dat hij van films kijken houdt.

Slide 14 - Tekstslide

What do we call this in Dutch? There is a difference between the first and the second sentence.

Slide 15 - Woordweb

Directe rede en indirecte rede!
Bij directe rede gebruik je letterlijk de woorden wat diegene heeft gezegd.

Bij de indirecte rede beschrijf je wat diegene heeft gezegd.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe maak je de indirect speech?
Als de zin present simple is, wordt die in de indirect speech  -> past simple
Evie  said: "I have a nice book." -> Evie said that she had a nice book.
----------------------------------------------------
present perfect -> past perfect
Kaj said: "I have left my phone at home." -> Kaj said that he had forgotten his phone.

Slide 17 - Tekstslide

past simple -----> past perfect
"Minou  smiled at them."  ------> He said that Minou had smiled at them.

present continuous --> past continuous
"Bruce  is reading a book." --> They said that Bruce was reading a book.

Slide 18 - Tekstslide

What are you going to do? unit 4.5 -> ex.
  • Why are you going to do it? practise grammar
How are you going to do it? individually
  • Time it may take to finish it? 10-12 minutes
Who can help you? teacher
  • Finished? ---> study the words unit 4 (study box)

Slide 19 - Tekstslide

homework:
Wednesday 29nd February:

- do: ex.  (unit 4.5)

Slide 20 - Tekstslide