Les 3 kleuterfase deel 1

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
De peuterfase deel 1 en 2

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie nog
van vorige les (peuters)

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde?
A
baby > kleuter > peuter
B
peuter > kleuter > baby
C
kleuter > peuter > baby
D
baby > peuter > kleuter

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'egocentrisme'?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Concreet denken
Animistisch denken
Magisch denken
Het denken van een peuter richt zich alleen op wat tastbaar is, wat gezien wordt en waar iets mee kan worden gedaan

Een peuter kan geen onderscheid (verschil) maken tussen wat fantasie en wat werkelijkheid is

Een peuter kent doet alsof voorwerpen menselijke eigenschappen hebben, zoals lief zijn

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Exploratiedrang betekent de behoefte van de peuter om de wereld te ontdekken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de leeftijd van een kleuter?
A
tussen 2 en 8 jaar
B
tussen 3 en 7 jaar
C
tussen 4 en 7 jaar
D
tussen 4 en 6 jaar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Kleuters groeien gemiddeld 8 cm per jaar. Wat betreft de grove motoriek leren kleuters rennen zonder vallen en fietsen zonder zijwieltjes. Rond 5 jaar zijn de meeste kinderen motorisch in staat om te leren zwemmen (rijp). Zwemmen is een complexe activiteit, waardoor het voor de meeste kinderen geen zin heeft om eerder met zwemles te beginnen. De fijne motoriek ontwikkelt zich ook verder, zo leren kleuters hun veters te strikken en binnen de lijntjes te kleuren. De oog-hand-coördinatie ontwikkelt zich steeds verder. Kinderen kunnen steeds fijnere en kleinere bewegingen maken, zoals een speld vastpakken of kleine letters schrijven. Ook wordt duidelijk of kinderen linkshandig of rechtshandig worden. 

Wat draagt bij aan de ontwikkeling van de grove motoriek van een kleuter?
A
dansen
B
veel nachtrust
C
Het maken van tekeningen
D
voorlezen door ouders over het thema motoriek

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Steeds vaker hebben kinderen een motorische achterstand. Hoe denk je dat dit komt?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

3.2.1 Fantasie
Bij kleuters speelt fantasie, net als in de peuterfase, nog een grote rol. Kleuters geloven in Sinterklaas en sprookjes. Ook verzinnen kleuters veel verhalen. Als ze bijvoorbeeld een schrammetje op hun gezicht hebben, kunnen ze de meest rare verhalen verzinnen hoe ze hier aan zijn gekomen. Het is belangrijk om te weten dat ze deze onwaarheden zonder opzet vertellen. Het komt door hun rijke fantasie.

Slide 25 - Tekstslide

3.2.2 Taakgericht werken
Kleuters leren op school taakgericht werken. Ze krijgen bijvoorbeeld een knutselopdracht die ze af moeten hebben. Kleuters vinden het fijn om een concreet taakje te krijgen.
Kleuters leren ook buiten school. Dit gaat op allerlei verschillende manieren. Ze leren van ouders, broers en zussen. Ook leren kleuters door het lezen van boeken of spelletjes spelen op de computer.

Waar hield jij van als het ging om het maken van 'werkjes'?
A
puzzelen
B
kralenplank
C
knutselen, plakken en vouwen
D
anders

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was jouw favoriete speelplek in de kleuterklas?
A
Poppenhoek
B
Bouwhoek
C
Buiten met de karren e.d.
D
anders

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Een kind van 4/5 jaar praat over het algemeen goed verstaanbaar en in korte zinnen. Kinderen tot 6 jaar kunnen nog wel eens moeite hebben om lange worden foutloos uit te spreken. Soms denken ze sneller dan ze kunnen praten. Bij meisjes verloopt de taalontwikkeling vaak sneller en anders dan bij jongens. Dit komt omdat de hersenstructuur van meisjes anders in elkaar zit. Meisjes gebruiken ook eerder emotiewoorden dan jongens en hebben een grotere emotiewoordenschat.

Slide 29 - Tekstslide

Een bekende test die je met kleuters kan uitvoeren is de Marshmallow test. Met deze test kan je testen in hoeverre kinderen al zelfbeheersing hebben. In deze bekende test krijgen kinderen een marshmallow aangeboden. Ze krijgen de keuze: eet deze nu op, of wacht even en je krijgt er straks twee. Bekijk met de klas: 

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op als het gaat om zelfbeheersing?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Reader
Bladzijde 14
Opdracht 10 + 11

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De fantasie van de peuterfase verdwijnt in de kleuterfase
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kleuters leren alleen op school
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie hebben een grotere woordeschat?
A
Meisjes
B
Jongens

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de leeftijd van een kleuter?
A
tussen 2 en 8 jaar
B
tussen 3 en 7 jaar
C
tussen 4 en 7 jaar
D
tussen 4 en 6 jaar

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je de meest interessante informatie van deze les?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot volgende week!
De kleuterfase deel 2

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies