In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Lesplanning
Herhaling les hiervoor
10 min
Leesopdracht
10 min
Uitleg paragraaf 2.12
10 min
Maken paragraaf 2.12
20 min
Lesafsluiting met LessonUp
10 min
Slide 1 - Tekstslide
Het Hukou systeem zorgt er voor dat...
A
Chinezen overal mogen wonen waar ze willen
B
Chinezen zelf hun huizen mochten verbouwen
C
Chinezen naar het buitenland mochten verhuizen
D
Chinezen niet zo maar kunnen verhuizen
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Open vraag
Het zuidoosten van China is veel dichter bevolkt dan de rest van het land. Geef hiervoor twee redenen
Slide 5 - Open vraag
Wat is de reden voor de invoering van de eenkindpolitiek in China?
A
Economische groei stimuleren
B
Bevolkingscontrole en beperking van overbevolking
C
Promotie van gezinsgeluk
D
Bevordering van gezinsplanning
Slide 6 - Quizvraag
In China zijn er naar verhouding meer mannen dan vrouwen, terwijl die verhouding in andere landen gelijk is. Geef aan welke invloed de verhouding tussen mannen en vrouwen in China heeft op het aantal geboortes.
Slide 7 - Open vraag
Hoe beïnvloedt vergrijzing de economie?
A
Grotere vraag naar luxegoederen
B
Toename van de koopkracht bij ouderen
C
Verhoogde investeringen in infrastructuur
D
Minder belastinginkomsten voor de overheid
Slide 8 - Quizvraag
De Chinezen verhuizen van het platteland naar...
A
het noorden
B
het oosten
C
het westen
D
naar de kust
Slide 9 - Quizvraag
Het westen van China is dichter bevolkt dan het oosten van China
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
In welke richting verloopt de migratie in China?
A
Van west naar oost
B
van noord naar zuid
C
van oost naar west
D
van zuid naar noord
Slide 11 - Quizvraag
In China is sprake van braindrain. Braindrain is...
A
Gebied waar het aantal inwoners groeit
B
Gebied waar het aantal inwoners daalt
C
De relatie tussen mensen in een wijk
D
Het vertrek van hoger opgeleiden uit een gebied.
Slide 12 - Quizvraag
De urbanisatiegraad van China is de afgelopen tientallen jaren...
A
laag
B
hoog
Slide 13 - Quizvraag
Hoeveel % van de Chinezen woont tegenwoordig in de stad?
A
20%
B
50%
C
80%
Slide 14 - Quizvraag
Nederland
Nigeria
China
Slide 15 - Sleepvraag
Leesopdracht:
Stap 1. Lees de paragraaf door
Stap 2. Onderstreep de woorden die je moeilijk vind
Stap 3. Noteer van elk kopje in maximaal 3 zinnen een samenvatting
Stap 4. Geef antwoord op de twee leerdoelen
timer
10:00
Slide 16 - Tekstslide
Hoofdstuk 2:
Bevolking en ruimte
§2.12 Verstedelijking in China
Slide 17 - Tekstslide
Lesdoelen van deze les
Je kunt met de groeimodellen de snelle groei van Chinese steden beschrijven.
Je kunt de gevolgen van de snelle verstedelijking in China voor wonen, werken, verkeer en milieu beschrijven en beoordelen
Slide 18 - Tekstslide
Groei van Chinese steden tot 1979
In Nederland en Duitsland begon de industrialisatie ongeveer rond 1830.
China was tot 1950 vooral bezig met de landbouw
Slide 19 - Tekstslide
Groei van Chinese steden na 1979
Vanaf de jaren 80 beginnen steden aan de kust goed te groeien. Belangrijkste redenen:
westerse bedrijven werden toegelaten
groei arbeidersmigranten
lonen stijgen (in het oosten) (later groeien ook de steden in het binnenland, daar zijn de lonen lager dan aan de kust)
Voor bedrijven = China:
aan de kust kun je gemakkelijk grondstoffen aan land brengen. Lage lonen personeel = Belangrijke reden voor bedrijven om naar China te gaan
De lonen!
Slide 20 - Tekstslide
Dubbele groei van mensen
Doordat de bedrijven veel mensen nodig hadden, kwam er een grote migratie op gang.
Daarnaast werd op een andere manier bepaald of een gebied stad of platteland was, daardoor een nog sterkere verstedelijking.
Slide 21 - Tekstslide
Concentrisch groeimodel
Dit model gaat uit van een historische stadskern.
smalle straten en kronkelig
in China heet dit hutong
Toen de steden begonnen te groeien werden de nieuwe gebieden aangelegd rond de stadskern. Je ziet ook vaak een ringweg. En de uitbreiding is altijd aan de buitenrand. Je krijgt op deze manier een soort ui!
Hoe zie je dat hier sprake is van agglomeratievorming?
Slide 22 - Tekstslide
Hutong
Slide 23 - Tekstslide
Sectorgroeimodel
De groei is langs belangrijke verkeersaders, transportlijnen. Denk aan belangrijke wegen of spoorlijnen.
Langs een transportlijn vestigen zich bedrijven en daaromheen komen huizen.
Slide 24 - Tekstslide
Meerkernengroei-model
Meerdere plekken zijn belangrijk en vanuit deze plekken groeit een stad. Kan een haven zijn, een bedrijventerrein of een park.