1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde

H1 Inkomen en welvaart
Paragraaf 1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 Inkomen en welvaart
Paragraaf 1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 1.1
  • Je weet wat voor verschillende soorten inkomens er zijn
  • Je weet waardoor je koopgedrag kan veranderen
  • Je weet waarom bepaalde doelgroepen belangrijk zijn
  • Je weet dat jouw aankopen gevolgen hebben voor anderen en voor het milieu

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 1.1 
  • Bestedingen
  • Doelgroep
  • Duurzaam consumeren
  • Maatschappelijke kosten
  • Marketinginstrumenten
  • Primaire inkomens
  • Secundaire inkomens 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 1.2
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen bruto, netto en besteedbaar inkomen.
  • Je kunt met een groeifactor een stijging of daling berekenen.
  • Je kunt oorzaken noemen van inkomensverschillen.
  • Je kunt uit een Lorenzcurve aflezen hoe de inkomens in een land verdeeld zijn. 

Slide 5 - Tekstslide

Inkomen
  • Brutoloon is het bedrag dat je hebt verdient, hierover betaal je loonbelasting en premies
  • Nettoloon is het bedrag dat je op je rekening krijgt.
  • Het nettoloon is niet het geld wat je kunt uitgeven, je hebt namelijk nog vaste lasten zoals huur
  • Als dit betaald is houd je het besteedbaar inkomen over.

Slide 6 - Tekstslide

Groeifactor

Slide 7 - Tekstslide

Bij een stijging van 2,3 % wordt de groeifactor...

Slide 8 - Open vraag

Inkomensverschil
Inkomens verschillen, dit komt door:
  • Opleiding en ervaring
  • verantwoordelijkheid
  • zwaarte
  • risico
Inkomens vergelijk je met het modaal inkomen, dat is het inkomen dat het meest voorkomt, ongeveer €2.250 netto

Slide 9 - Tekstslide

Lorenzcurve
  • Wat alle inwoners samen aan inkomen uit arbeid en bezit hebben, zoals loon, winst, rente, huur en pacht, is het nationaal inkomen
  • Hoe het inkomen verdeeld is kun je aflezen uit de lorenzcurve.
  • Als alle inkomens gelijk zijn, levert dat een diagonale lijn op. 
  • Bij een ongelijke verdeling krijg je een kromme lijn.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Vraag maken
Klassikaal vraag 10 maken

Slide 12 - Tekstslide

Je kunt nu
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen bruto, netto en besteedbaar inkomen.
  • Je kunt met een groeifactor een stijging of daling berekenen.
  • Je kunt oorzaken noemen van inkomensverschillen.
  • Je kunt uit een Lorenzcurve aflezen hoe de inkomens in een land verdeeld zijn. 

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 1.2
  • Besteedbaar inkomen
  • Lorenzcurve
  • Modaal inkomen
  • Nationaal inkomen

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 1.2: 2, 3, 5, 6, 8, 9 en 10 
Maken Rekenopdrachten: 6 en 7
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 1.2
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 1.2

 

timer
25:00

Slide 15 - Tekstslide