Les 2 & 3 - Aardrijkskundige vragen & Plaatsbepaling

Aardrijkskundige vragen & plaatsbepaling
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Aardrijkskundige vragen & plaatsbepaling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen les 3 & 4
Aan het einde van deze les kan je:
  • Je kunt verschillende typen aardrijkskundige vragen herkennen en formuleren. 
  • Je kunt aardrijkskundige vragen stellen over aardrijkskundige verschijnselen.
  • Je kunt door middel van coördinatie bepalen waar een bepaalde plaats ligt op onze aardbol (plaatsbepaling)

Slide 2 - Tekstslide

Aardrijkskundige vragen

Slide 3 - Tekstslide

We gaan beginnen !

Slide 4 - Tekstslide

Aardrijkskundige vragen
  1. Verklarende vragen
  2. Beschrijvende vragen
  3. Waarderende vragen
  4. Probleem oplossende vragen
  5. Voorspellende vragen

Slide 5 - Tekstslide

Aardrijkskundige vragen 
1. Beschrijvende vragen: waar is het / wat is daar?
2. Verklarende vragen: waarom is dat daar/ waarom is dat zo?
3. Voorspellende vragen: Hoe zal het in de toekomst- enkele jaren ... zijn.
4. Waarderende vragen: Is dat daar gewenst?
5. Probleemoplossende vragen: waar kan .... het best gebeuren?

Slide 6 - Tekstslide

Leren over gebieden
Een deel van het aardoppervlak
 Aardrijkskundige vragen:
1. Waar is dat & Wat is daar ?
2. Waarom is dat daar/zo ?
3.Hoe zal dat elders/ straks zijn ?
4. Is dat daar gewenst ?
5. Hoe kunnen we dat daar beter maken ?

Antwoorden op de vragen
Antwoorden krijgen we door:
1. kaarten te kijken
2. gebieden bezoeken
3. foto's bestuderen

Slide 7 - Tekstslide

Aardrijkskundige vragen
Stel jezelf vragen
Net zoals bij ieder ander vak dat je op school volgt komen er bij aardrijkskunde veel vragen voorbij. Geologen gebruiken deze vragen voor onderzoeken over alle aardrijkskundige onderwerpen. We noemen de vragen die je bij aardrijkskunde stelt 'aardrijkskundige vragen'. We delen deze vragen op in vijf soorten vragen, namelijk: 

  • verklarende vragen
  • beschrijvende vragen
  • waarderende vragen
  • probleemoplossende vragen
  • voorspellende vragen

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf minimaal drie aardrijkskundige vragen op over de 'mogelijke' gevolgen door de snelle en grote trek van inwoners uit het platteland naar de grote stad. Beantwoordt deze vragen vervolgens zelf.
Vraag-Opdracht 

Slide 9 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van een beschrijvende vraag ?
A
Waarom is dat daar zo ?
B
Hoe zal het ergens anders zijn ?
C
Wat is het/daar ?
D
Is dat daar gewenst ?

Slide 10 - Quizvraag

Wat kan Nederland doen om minder te vervuilen?
A
Waarderende
B
Beschrijvende
C
Verklarende
D
Probleemoplossende

Slide 11 - Quizvraag

Waarom staan er veel molens op deze foto?
A
Beschrijvende
B
Verklarende
C
Waarderende
D
Probleem oplossende

Slide 12 - Quizvraag

Gaat de zeespiegel de komende jaren stijgen?
A
Voorspellende
B
Verklarende
C
Probleemoplossende
D
Beschrijvende

Slide 13 - Quizvraag

Nieuwsartikel






Bedenk 3 aardrijkskundige vragen over dit nieuwsartikel.





https://www.ad.nl/binnenland/siberische-kou-en-sneeuw-op-komst-schaatsen-kunnen-uit-het-vet~a6f3c1d9/

Slide 14 - Tekstslide

Missie 
Je onderzoekt door middel van aardrijkskundige vragen aardrijkskundige verschijnselen en gebieden (bijv; vulkanen/stormen/bosbranden)
Wat is de bedoeling?
- Je gaat in tweetallen  een poster maken over een aardrijkskundig verschijnsel. 
- Van de docent krijg je een vel A3-papier waarop jullie de poster maken.
- wanneer de poster af is, presenteren jullie deze aan de rest van de klas. De presentatie duurt minimaal 2 minuten.

 

Slide 15 - Tekstslide

 plaatsbepaling

Slide 16 - Tekstslide

De aardbol
De aarde bestaat uit 4 halfronden:
  • Het noordelijk halfrond (NB)
  • Het zuidelijk halfrond (ZB)
  • Het oostelijk halfrond (OL)
  • Het westelijk halfrond (WL)
Betekent: Noorderbreedte.
Betekent: Zuiderbreedte.
Betekent: Oosterlengte.
Betekent: Westerlengte.

Slide 17 - Tekstslide

Parallellen 
  • Lijnen die van west naar oost  lopen noemt men breedtecirkels of parallellen.
  • De evenaar is de 0 graden cirkel.

Slide 18 - Tekstslide

Meridianen
  • Een cirkel die loopt van de noordpool naar de zuidpool
  • Een andere naam is lengtecirkel
  • Nulmeridiaan = een lengtegraadlijn die op 0 graden begint, dwars door greenwich heen (plaats in het verenigd koninkrijk)

Slide 19 - Tekstslide

Coördinaten 
  • Geografische coördinaten zijn coördinaten waarmee een locatie op aarde numeriek wordt vastgelegd.



Slide 20 - Tekstslide

Gebruik bij deze vragen de atlas GB 190-191 (GB 172–173). Denk aan het gebruik van de registers om iets snel op te zoeken!
 
Zoek de volgende steden op. Geef de geografische coördinaten (graden) op de NB/ZB of OL/WL

Tokyo:
Amsterdam:
Rio de Janeiro:


Slide 21 - Tekstslide

Netwerk van lengtecirkels en breedtecirkels
A
Evenaar
B
Lengtecirkel
C
Breedtecirkel
D
Graadnet

Slide 22 - Quizvraag

Hoe noem je het getal van de precieze plaats waar jij je op de aarde bevindt?
A
Nulmeridiaan
B
Plaatsbepaling
C
Snijpunt
D
Geografische coördinaat

Slide 23 - Quizvraag

Pokemon Go werkt met....
A
adressen
B
coordinaten
C
GPS
D
punten in mobieltje

Slide 24 - Quizvraag



IJsland ligt op ….
A
Oosterlengte
B
Westerlengte

Slide 25 - Quizvraag

Waar ligt India?

A
noorderbreedte en westerlengte
B
noorderbreedte en oosterlengte
C
zuiderbreedte en westerlengte
D
zuiderbreedte en oosterlengte

Slide 26 - Quizvraag


Nederland ligt op
A
Noorderlengte
B
westerlengte
C
Zuiderlengte
D
oosterlengte

Slide 27 - Quizvraag

Op welke lengte ligt plaats P?
A
Oosterlengte
B
Westerlengte

Slide 28 - Quizvraag

Zijn er nog vragen ?

Slide 29 - Open vraag

Hebben jullie het gevoel dat jullie hier iets aan hebben ? Zo ja vertel waarom

Slide 30 - Open vraag