Bekijk de slides met de herhaling van de lesstof van de vorige les
Beantwoord de vragen in stilte met je rekenmachine
Denk aan de afspraak; een stilte opdracht voer je zelfstandig uit Je bent dus stil en vraagt niemand om hulp.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Succes met het maken van deze stilteopdracht!
Wat ga je doen?
Bekijk de slides met de herhaling van de lesstof van de vorige les
Beantwoord de vragen in stilte met je rekenmachine
Denk aan de afspraak; een stilte opdracht voer je zelfstandig uit Je bent dus stil en vraagt niemand om hulp.
Slide 1 - Tekstslide
Wat heb je vorig lesuur geleerd?
Je weet in welke twee vormen geld voorkomt.
Je kunt een nieuw saldo berekenen.
Dit ga je vandaag leren
Dit leer je nu
Doen
Terugkijken
Slide 2 - Tekstslide
2.1 Pinpas of portemonee? (deel 1)
Er zijn twee soorten geld:
Chartaal geld
Giraal geld
Chartaal geld:
Tastbaar geld in de vorm van munten en bankbiljetten
Giraal geld:
Geld dat op je bankrekening staat en waarmee je kunt betalen
Klik op de prikkers en oogjes voor uitleg!
Slide 3 - Tekstslide
2.1 Pinpas of portemonee? (deel 1)
Stel: Je brengt je verjaardagsgeld naar de bank om op je betaalrekening te zetten
Wat gebeurt er met de geldsoorten?
Slide 4 - Tekstslide
2.1 Pinpas of portemonee? (deel 1)
Saldo:
Het bedrag dat op je bankrekening staat
Slide 5 - Tekstslide
2.1 Pinpas of portemonee? (deel 1)
Hieronder zie je een deel van een bankafschrift.
Er is geld bijgekomen en afgegaan.
Hoeveel is er bijgekomen?
Hoeveel is er afgegaan?
Als het beginsaldo €105,25 was, hoeveel is dan het nieuwe saldo?
Slide 6 - Tekstslide
Nieuw saldo berekenen
Oud saldo
+ Ontvangsten
- Uitgaven ------------
Nieuw saldo
Slide 7 - Tekstslide
Nieuw saldo berekenen
Oud saldo 10
+ Ontvangsten + 3
- Uitgaven - 5 ------------ -----------
Nieuw saldo ??
Slide 8 - Tekstslide
Bekijk de onderstaande stellingen in stilte.
Om welke vorm van geld gaat het hier? Kies giraal of chartaal
Sleep het begrip naar de juiste zin.
Je koopt een hoesje voor je Ipad. Bij de kassa pin je € 15.
Iske koopt online een paar nieuwe sieraden.
Garcia koopt een cadeautje. Ze betaalt met een briefje van dertig euro.
Een vriend van Samson koopt voor hem een voetbal in een webwinkel. Hij betaalt met iDeal.
Fabienne baalt, ze heeft nog maar € 2 op haar bankrekening staan.
niet gebruikt
Chartaal
Giraal
Giraal
Giraal
Giraal
Chartaal
Slide 9 - Sleepvraag
Is de bewering juist of onjuist?
'Op een rekeningafschrift zie je wat je contact hebt betaald in een winkel '
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Is de bewering juist of onjuist?
'Betalen met je telefoon is een vorm van elektronisch betalen '
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Bekijk de onderstaande omschrijvingen in stilte.
Welke begrippen horen hierbij? Sleep het begrip naar de juiste omschrijving.
Tastbaar geld in de vorm van munten en bankbiljetten.
Geld op je bankrekening.
Het bedrag dat op je bankrekening staat.
Betalen via het internet, met je bankpas of telefoon
niet gebruikt
Chartaal
Elektronisch betalen
Giraal
Saldo
Slide 12 - Sleepvraag
Maak een goed lopende zin met het begrip:
' Saldo '
Slide 13 - Open vraag
Maak een goed lopende zin met het begrip:
' Elektronisch betalen '
Slide 14 - Open vraag
Bereken het nieuwe saldo.
Evy heeft nog €80,- op haar bankrekening staan. Deze maand betaald ze €1,50 voor een broodje en €37,50 voor de fitness. Ze krijgt €20 zakgeld.
Slide 15 - Open vraag
Je bent klaar met het maken van deze stilteopdracht!
Wat ga je nu doen?
Open in It's learning de methode pincode
Kijk eerst in je planning of je de opdrachten van de vorige les (17 oktober af hebt)
Klaar? Lees paragraaf 2.1 opnieuw en begin aan de herfstvakantie opdrachten
Denk aan de afspraak; een stilte opdracht voer je zelfstandig uit Je bent dus stil en vraagt niemand om hulp. En je blijft stil totdat de 10minuten voorbij zijn.