Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling werkwoorden
Werkwoorden - basis
intro
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Werkwoorden - basis
intro
Slide 1 - Tekstslide
wohnen (ich)
1/13
uitleg/antwoord
wohnen ->
stam = wohn ->
ich = -e ->
wohn
e
A
wohne
B
wohnst
C
wohnt
D
wohnen
Slide 2 - Quizvraag
machen (ihr)
2/13
uitleg/antwoord
machen ->
stam = mach ->
ihr = -t ->
mach
t
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen
Slide 3 - Quizvraag
rudern (du)
3/13
uitleg/antwoord
rudern ->
stam = ruder ->
du = -st ->
ruder
st
A
rudere
B
ruderst
C
rudernst
D
rudernt
Slide 4 - Quizvraag
kommen (Omar)
4/13
uitleg/antwoord
kommen ->
stam = komm ->
Omar = er (3e persoon enk.) = -t ->
komm
t
A
kommet
B
komt
C
kommst
D
kommt
Slide 5 - Quizvraag
warten (ihr)
2/13
uitleg/antwoord
warten ->
stam = wart ->
ihr = -t -> extra
e
nodig
wart
e
t
A
wart
B
warten
C
wartet
D
wartent
Slide 6 - Quizvraag
heißen (du)
3/13
uitleg/antwoord
heißen ->
stam = heiß ->
du = -st -> de s vervalt
heiß
t
A
heißest
B
heißt
C
heißst
D
heißenst
Slide 7 - Quizvraag
reden (Jamila)
4/13
uitleg/antwoord
reden ->
stam = red ->
Jamila = sie (3e persoon enk) = -t -> extra
e
nodig
red
e
t
A
redt
B
redst
C
redest
D
redet
Slide 8 - Quizvraag
sein (ich)
1/18
A
bin
B
bint
C
bist
D
seine
Slide 9 - Quizvraag
haben (ihr)
2/18
A
hat
B
habent
C
habt
D
hast
Slide 10 - Quizvraag
sein (du)
3/18
A
ist
B
bist
C
ist
D
binst
Slide 11 - Quizvraag
haben (Omar)
4/18
A
habe
B
hast
C
habt
D
hat
Slide 12 - Quizvraag
sein (wir)
5/18
A
sein
B
sind
C
seid
D
seind
Slide 13 - Quizvraag
haben (ich)
6/18
A
habe
B
hat
C
habt
D
hast
Slide 14 - Quizvraag
sein (die Autos)
7/18
A
sein
B
seid
C
sind
D
bist
Slide 15 - Quizvraag
haben (Sie)
8/18
A
hat
B
habt
C
habe
D
haben
Slide 16 - Quizvraag
sein (meine Mutter)
9/18
A
bin
B
bist
C
ist
D
sein
Slide 17 - Quizvraag
volt.dw: wohnen
A
gewohnt
B
gewohnent
C
gewohnen
D
wohnt
Slide 18 - Quizvraag
volt.dw: arbeiten
A
gearbeit
B
gearbeitent
C
gearbeitet
D
arbeitet
Slide 19 - Quizvraag
volt.dw: telefonieren
A
getelefoniert
B
getelefonierent
C
getelefiert
D
telefoniert
Slide 20 - Quizvraag
volt.dw: bestellen
A
gebestellt
B
gebestellent
C
bestellt
D
bestellent
Slide 21 - Quizvraag
volt.dw: einpacken
A
geeinpackt
B
eingepackt
C
einpackt
D
eingepackent
Slide 22 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Havo 3: LS 3 Onregelmatige werkwoorden + regelmatige werkwoorden
Juli 2022
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
werkwoorden tegenwoordige tijd 2Ta/2tb
Januari 2021
- Les met
34 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
TT zwakke werkwoorden
Maart 2023
- Les met
49 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2 Kapitel 4
Januari 2023
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
TT zwakke werkwoorden + stam op d/t
December 2023
- Les met
40 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
V3: Kapitel 1: regelmatige werkwoorden
September 2022
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Werkwoorden
September 2024
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
TT zwakke werkwoorden uitzonderingen en volt.dw.
Mei 2022
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2