Debatteren

Debatteren
Les 1

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Debatteren
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les:

* Weet je wat een debat is
* Weet je wat argumenten zijn
* Weet je hoe je argumenten kunt vinden
* Kun je een sterk argument maken met AUB
* Heb je een ballondebat gevoerd of beoordeeld.

Slide 2 - Tekstslide

Debatteren, wat is dat eigenlijk?

Slide 3 - Tekstslide

Debat

  • Scherp geformuleerde stelling

  • Overtuigen jury

  • duidelijke regels

  • eindoordeel op basis van vooraf afgesproken criteria
Discussie

  • al pratend positie innemen


  • overtuigen gesprekspartner

  • geen regels

  • eindoordeel op basis van gevoel

Slide 4 - Tekstslide

Het debat

Sprekers krijgen in een debat de tijd om hun mening toe te lichten. 
Het doel van een debat is om het publiek/de jury te overtuigen.
Het gaat dan niet om wie gelijk heeft, maar om wie het beste zijn mening kan onderbouwen / het overtuigendst is.

Een debat is een discussie met regels.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Om te debatteren moet je kunnen argumenteren!

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een argument?
Een argument is een uitleg waarom je iets vindt.
Bijvoorbeeld: ‘Ik wil niet naar buiten omdat het regent’, of: ‘Het regent, daarom wil ik niet naar buiten.’ Het argument is dan: het regent.
Soms is het onduidelijk of iets een argument is of niet. Iets is meestal een argument als één van de volgende woorden in de zin zit:
omdat, want, daarom, dus, aangezien

Slide 8 - Tekstslide

Argumenteren AUB

Slide 9 - Tekstslide

Argumenteren AUB

Slide 10 - Tekstslide

Ballondebat

Slide 11 - Tekstslide

Het ballondebat
Vijf beroemdheden in één luchtballon.
Er mag maar één door in de luchtballon. 
Jij bent een van de beroemdheden en je moet het publiek gaan overtuigen waarom jij in de ballon moet blijven zitten.
Kies een beroemdheid en schrijf op waarom jij in de luchtballon mag blijven. 

Slide 12 - Tekstslide

Het ballondebat
Er zijn twee rondes. 
  • In ronde één is het de bedoeling dat je zegt waarom jij in de ballon moet blijven. 
  • In ronde twee is het de bedoeling dat je zegt waarom je mede ballonvaarders uit de ballon moeten. 
  • Tijdens de rondes mag er niet op elkaar gereageerd worden dus je verteld dat aan het publiek.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbereiding en argumenteren
Nodig: vijf vrijwilligers, die in de ballon willen 
  • Diegenen die de ballon ingaan, krijgen 5 min de tijd om te bedenken waarom ze belangrijk zouden zijn voor onze wereld en echt perse in de ballon moeten blijven!
  • De rest, dus de mensen die niet met de ballon meegaan, is het publiek en gaat bepalen wie er in de ballon mogen blijven en wie niet.

Dus ga je mee met de ballon, dan is het belangrijk dat jij goed kan vertellen waarom jij altijd moet blijven en bedenk je daarvoor allerlei redenen!!
timer
2:30

Slide 14 - Tekstslide

Ronde 1
Alle vijf personen krijgen ieder één minuut om te beargumenteren waarom hij/zij in de ballon moeten blijven.

Waarom is hij of zij onmisbaar?
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Stemming

Het publiek mag nu in 2 minuten 2 personages wegstemmen! De twee ballonvaarders met de meeste stemmen vallen helaas af, maar ontvangen natuurlijk een heel groot applaus van de klas en de andere ballonvaarders.
timer
2:00

Slide 16 - Tekstslide

Ronde 2 
De drie overgebleven ballonvaarders krijgen vijf minuten om hun speech voor te bereiden; waarom moeten de ándere personages uit de ballon? Waarom kan de wereld prima zonder hen?
De spreektijd is wederom één minuut per ballonvaarder. In deze ronde moeten de ballonvaarders dus uitleggen waarom de ándere personages uit de ballon zouden moeten.
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Stemming en nabespreking
Alle toeschouwers krijgen één stem. Met deze stem geven zij aan welk personage het verdient om ín de ballon te blijven en wie de wereld dus niet hoeft te missen!

Wat was de tactiek van de winnaar; hoe dacht hij of zij het publiek voor zich te kunnen winnen? Wat vond het publiek goed aan ronde 2?

Slide 18 - Tekstslide

Applaus voor de winnaar van het ballondebat! 

Slide 19 - Tekstslide