Wat ik waarneem: Voor: het is een heldere witte vaste stof en het ruikt naar kaarsvet het touwtje is wit Tijdens: Het is een troebelere witte vaste stof wat langzaam vloeibaar wordt het touwtje is zwart en de vlam is oranje het ruikt naar vuur na: er is nog een klein laagje doorzichtige troebele stof het touwtje is verdwenen