Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3BOMW : Grammaire - Indicatif présent ER
3BOMW : Grammaire - Indicatif présent ER
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Secundair onderwijs
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
3BOMW : Grammaire - Indicatif présent ER
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel:
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen:
Regelmatige werkwoorden op -er herkennen en correct vervoegen in de tegenwoordige tijd.
Het verschil tussen de vervoeging van regelmatige werkwoorden en onregelmatige werkwoorden begrijpen.
Zelf correcte zinnen maken in de indicatif présent met werkwoorden op -er.
Slide 3 - Tekstslide
Wat weten jullie daar al van?
Slide 4 - Woordweb
Hoe goed kan je het al, denk je?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 5 - Poll
Prends une feuille.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Comment conjuguez-vous le verbe 'rouler' à la deuxième personne du singulier ?
A
Tu roulons
B
Tu roules
C
Tu roulez
D
Tu roule
Slide 11 - Quizvraag
Quel est le verbe conjugué à la troisième personne du pluriel pour 'rigoler' ?
A
Ils rigole
B
Ils rigoler
C
Ils rigoles
D
Ils rigolent
Slide 12 - Quizvraag
Quelle est la conjugaison correcte du verbe 'travailler' à la deuxième personne du pluriel ?
A
Vous travaillez
B
Vous travaille
C
Vous travailles
D
Vous travaillez-vous
Slide 13 - Quizvraag
Comment conjuguez-vous le verbe 'jouer' à la première personne du singulier ?
A
Je joue
B
Je jouez
C
Je jouent
D
Je joues
Slide 14 - Quizvraag
Conjuguez les verbes suivants:
Nous (chanter) une chanson.
Slide 15 - Open vraag
Conjuguez les verbes suivants:
Jules (bavarder) trop en classe.
Slide 16 - Open vraag
Hoe schat je je nu in?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 17 - Poll
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Conjugue à la bonne forme:
Je ... une pomme. (manger)
Slide 27 - Open vraag
Conjugue à la bonne forme:
Nous ___ les déchets. (jeter)
Slide 28 - Open vraag
Conjugue à la bonne forme:
Elles ___ en train. (voyager)
Slide 29 - Open vraag
Conjugue à la bonne forme:
Nous ___ le tableau. (effacer)
Slide 30 - Open vraag
Conjugue à la bonne forme:
Le sac à dos ___ lourd. (peser)
Slide 31 - Open vraag
Conjugue à la bonne forme:
Le sac à dos ___ lourd. (peser)
Slide 32 - Open vraag
Conjugue les verbes à la bonne forme:
Tu ___ un stylo bleu. (employer)
Slide 33 - Open vraag
Conjugue les verbes à la bonne forme:
Nous ___ le tableau. (effacer)
Slide 34 - Open vraag
Conjugue les verbes à la bonne forme:
Nous ____ chaque lundi (nager)
Slide 35 - Open vraag
Conjugue les verbes à la bonne forme:
Tu _____ le ballon (lancer)
Slide 36 - Open vraag
Traduis la phrase suivante en français:
De mannen maken het terras schoon.
Slide 37 - Open vraag
Traduis la phrase suivante en français:
Wij reizen per trein.
Slide 38 - Open vraag
Traduis la phrase suivante en français:
Wij eten frietjes deze avond.
Slide 39 - Open vraag
Hoe schat je je nu in?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 40 - Poll
Heb je nog vragen over deze les? Indien ja, welke?
Slide 41 - Open vraag
Slide 42 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3ZWOL : Grammaire - Indicatif présent ER
Oktober 2024
- Les met
32 slides
Frans
Secundair onderwijs
Les temps du passé
December 2021
- Les met
25 slides
Frans
Hoger onderwijs
3BOR1 - Exercices de récapitulation
December 2022
- Les met
22 slides
Frans
Secundair onderwijs
Indicatif présent verbes -er
Januari 2024
- Les met
17 slides
quiz kerst eerstes
November 2022
- Les met
22 slides
Frans
Secundair onderwijs
Révision des verbes
September 2024
- Les met
35 slides
Frans
Secundair onderwijs
Révision des verbes
Oktober 2023
- Les met
43 slides
Frans
Secundair onderwijs
L’impératif
November 2023
- Les met
22 slides
Frans
Secundair onderwijs