3.4 Omgaan met verschillen

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

3.4 Omgaan met verschillen

BK blz. 105

KGT blz. 116

Volgende week dinsdag

Lesuur 2: toets hoofdstuk 3

1. Herhaling 3.3

2. Leerdoelen 3.4

3. Uitleg

4. Interview voorwerp & werktijd

5. Afsluiting

Planning

Wat zijn de vijf wereldgodsdienten?

Godsdiensten in onze samenleving

paragraaf 3.3

3.4 Omgaan met verschillen

1.

2.

3.

Je kunt voorbeelden noemen van waarden en van normen

Je kunt uitleggen wat cultuur is 

Je kunt beschrijven welke waarden en normen voor jou belangrijk zijn

Waar denk je aan bij de Nederlandse cultuur?

De taal

Het geloof

De gewoonten

Gebruiksvoorwerpen 

Cultuur

\

Gewoonten / tradities

Gebruiksvoorwerpen - spullen

Voorwerp

Gewoonte/

traditie

Waarden en normen

Waarden = dingen die mensen belangrijk vinden

Normen = regels die daar bij horen die mensen normaal vinden

                             eerlijkheid                                         vrijheid     

                          

                              ik lieg niet                                         je mag  in NL                                                                                                            zeggen wat je wilt

Waarde

Norm  

Waarden en normen

Waarde

Norm  

vrijheid	je mag in NL zeggen wat je wilt
respect	je staat op voor een oud vrouwtje in de bus
eerlijkheid	je steelt niet in de winkel
veiligheid	je rijdt niet zonder licht

Respect hebben

1. Norm
2. Waarde

Voor een oud vrouwtje opstaan in de bus

1. Norm
2. Waarde

Bij een begroeting de handen schudden.

1. Norm
2. Waarde

Geduld

1. Norm
2. Waarde

Op je beurt wachten als je in de rij staat voor de kassa

1. Norm
2. Waarde

Op je beurt wachten als je in de rij staat voor de kassa

1. Norm
2. Waarde

Respect voor dieren

Gezondheid

Plezier

Behulpzaamheid

Vriendschap

Je eet niet iedere dag patat.

Wanneer iemand naast je iets laat vallen, help je om het op te rapen.

Je vertelt geen geheimen van vrienden door

Als je een bijbaantje neemt, verdien je geld en kun je naar de Efteling gaan

Je slaat geen hond

Bedenk een norm die past bij de waarde Zorgzaamheid

Aan de slag: interviews!

- Je werkt in twee- of drietallen

- Je interviewt elkaar
- Over het voorwerp wat belangrijk voor je is &  de normen en waarden die daarbij horen

- Je schrijft de antwoorden op de vragen op over de andere persoon

Voorbeelden van waarden

Trouw                         Behulpzaamheid              Geduld       

Vriendschap           Respect                                 Liefde

Geluk                         Zorgzaamheid                    Geloof                           

Eerlijkheid               Creativiteit                            Geld verdienen 

Plezier                       Vrijheid                                   Hard werken

Godsdiensten in onze samenleving

paragraaf 3.3

Aan de slag!

Stap 1

Stap 2.

Stap 3.

Klaar? 

Maken opdrachten werkboek

Rode boek / BK
Blz 105, maken 1, 2, 6, 7 ,8

Blauwe boek / KGT
Blz 116, maken 1, 2, 6, 7 ,8

Klaar?

Maken opdrachten werkboek

Rode boek / BK

Blz 105, maken 1, 2, 6, 7 ,8

Blauwe boek / KGT

Blz 116, maken 1, 2, 6, 7 ,8

Klaar? Super! 

 

Maken herhaling

Rode boek / BK
Blz 110


Blauwe boek / KGT

Blz 122

1. Herhaling 3.4, deel 1

2. Leerdoelen 3.4, deel 2

3. Uitleg

4. Werktijd & toetsvoorbereiden

5. Afsluiting

Planning

Wat is een voorbeeld van een waarde die bij de Nederlandse cultuur hoort?

1. Belastingen
2. Vrijheid
3. Vuurwerkverbod
4. Sinterklaas vieren

Damascus

Jeruzalem

Medina

Mekka

 Vanaf hier maakte Mohammed een reis naar de hemel

Werd later de hoofdstad van de islamitische staat.

Hier stichtte Mohammed zijn eerste islamitische staat.

Geboorteplaats van Mohammed

Norm of waarde?
Als iemand je helpt met iets, bedank je die persoon.

1. Norm
2. Waarde

Wat is waar?

1. Iedereen heeft maar één cultuur
2. Geloof hoort bij cultuur
3. Cultuur kan niet veranderen

Waarde

Norm

Geluk

Gezondheid

Was je handen

na de WC

Je geeft Wvr een hand

Eerlijkheid

Als je te laat komt haal je een briefje

Godsdiensten in onze samenleving

paragraaf 3.3

3.4 Omgaan met verschillen

1.

2.

3.

Je kunt een standpunt onderbouwen met argumenten.

Je kunt voorbeelden geven van feiten en meningen

Je kunt voorbeelden geven van vooroordelen en je herkent eigen vooroordelen.

'Gras is groen'

1. Feit
2. Mening

Voetbal is een sport

1. Feit
2. Mening

Feyenoord is de beste club

1. Feit
2. Mening

Standpunten en argumenten

Als je ergens een mening / standpunt over hebt, kun je proberen om iemand te overtuigen met argumenten.

Bedenk bij de volgende stelling of je voor of tegen bent. Schrijf op waarom je dat vindt.

Dus schrijf op: eens, omdat ...................... of oneens, omdat ..................

Knalvuurwerk moet verboden zijn

Kinderen die meer dan 10 km van school wonen moeten gratis een elektrische fiets krijgen

In de kantine op school mogen alleen gezonde dingen worden verkocht

Godsdiensten in onze samenleving

paragraaf 3.3

Aan de slag!

Stap 1

Stap 2

Klaar? 

Leren voor de toets!

Oefentoets

Maken opdrachten werkboek

Rode boek / BK

Blz 108, maken 9 en 10

Blauwe boek / KGT

vanaf blz 119, maken 10 t/m 13, 15