Unit 3 lesson 5 - Celebrations - tag questions - part 2

The rules
  • No phones
  • When you come in, get your stuff ready. Laptop etc.
  • Want to say something or ask a question? Raise your hand.
  • Don't interrupt teacher or classmates.
  • Laptop closed or turned around during instructions.

  • Treat each other (and their stuff) with respect.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

The rules
  • No phones
  • When you come in, get your stuff ready. Laptop etc.
  • Want to say something or ask a question? Raise your hand.
  • Don't interrupt teacher or classmates.
  • Laptop closed or turned around during instructions.

  • Treat each other (and their stuff) with respect.

Slide 1 - Tekstslide

Today
Topic = Celebrations
Grammar = Tag questions

  • Together: Check tag questions
  • Together: Important information in invitations
  • Alone: Write invitations (9 & 11)
  • Together: Tips for writing test next week

Slide 2 - Tekstslide

Tag questions
  • Welk voornaamwoord?
  • 2 delen van de zin - in 1 komt het woord 'not'
  • To be, To do, To have in zin?
 -> altijd gebruiken in tag
  • Andere werkwoorden? Dan gebruik je To do

Slide 3 - Tekstslide

He's tall and skinny, .... ?

Slide 4 - Open vraag

She is a famous singer, ... ?

Slide 5 - Open vraag

He doesn't live here, ... ?

Slide 6 - Open vraag

I am not doing okay, ... ?

Slide 7 - Open vraag

Mike and dad aren't coming, ... ?

Slide 8 - Open vraag

Exercise 9 (3.5)
  • Opdracht 5 en 6 over tag questions
  • Opdracht 7 & 8 maken
  • Tijd over? Oefen de lijsten van 
1.5, 2.5 en 3.5 in WRTS

Slide 9 - Tekstslide

Writing - invitations
Unit 3.5: opdracht 9 en 11

Klaar? Heb je deze gemaakt?
Unit 1.5: opdracht 10 en 11
Unit 2.5: opdracht 9 en 10

Oefen op WRTS alles van: Hoofdstuk 1.5/2.5/3.5



Slide 10 - Tekstslide

Tips for writing
  • Formulier: Alleen de gevraagde informatie. Anders meer kans op foutjes.
  • Een goede lezer is een goede schrijver. Soms kan je stukjes letterlijk overnemen uit een andere tekst of de opdracht.
  • Wat - wanneer - waar: belangrijkste informatie in je aantekeningen
  • Bepaal onderwerp in de zin. I, you, he, she, it, we, you, they.

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdletters
  • Begin van zin met hoofdletter. En eindig je zin met een punt.
  • Maanden en dagen met hoofdletters.
    Bijvoorbeeld: 12 November 2022 of 12th November 2022.
  • Namen van mensen, merken en plaatsen met hoofdletter.
  • Het woord ik = I in het Engels. Dus met de hoofdletter I. 

Slide 12 - Tekstslide

Leren voor de toets
Practice:
Unit 1.5: opdracht 10 en 11
Unit 2.5: opdracht 9 en 10
Unit 3.5: opdracht 9 en 11

Learn:
Alle woordjes en expressions uit 1.5 / 2.5 / 3.5 (WRTS)




Slide 13 - Tekstslide