U3 les 2

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Jeudi 21 décembre et mardi 09 janvier 

Les objectifs pour aujourd'hui :

- Herhaling: Jij kunt de werkwoorden "avoir" en "être" begrijpen, vervoegen en vertalen;

- Jij kunt de nieuwe woorden uit Unité 3 herkennen, begrijpen en vertalen;

- Jij kunt een video met deze woorden begrijpen en vragen erover antwoorden.

avoir

être

faire

aller

gaan

hebben

zijn

doen/maken

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp

Grammaire 'Avoir' (U3, A3, p. 75)

ai

as

a

avons

avez

ont

Vervoeg het hele werkwoord "avoir".
Je...
Tu...
Il/ elle/ on... etc.

Is het avoir of être?

Sleep de vervoegingen naar het juiste werkwoord.

avoir

être

ont

es

avons

ai

sommes

avez

suis

a

as

sont

êtes

est

U1, A3, p.39

être

=

  zijn

Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

tu

je/j'

sommes

sont

suis

êtes

es

est

Vervoeg het hele werkwoord "être".
Je...
Tu...
Il/ elle/ on... etc.

Vertaal: Ik heb een boek.

Vertaal: Zij heeft een boek.

Après (na) le collège, il y a :

1. l'école primaire
2. la crèche
3. le lycée
4. l'école maternelle

Vertaal: zaterdag

mercredi

vendredi

mardi

jeudi

dimanche

lundi

zondag

donderdag

woensdag

dinsdag 

vrijdag

maandag

Vertaal:
Dimanche c'est mon anniversaire.

Ecoute ! 

- Open Libre Service online, ga naar Unité 3, 3.1 Regarder, Compréhension globale, om naar de "blog van David" te luisteren en te kijken;

  

- Maak de opdrachten in het boek: alle opdrachten van pagina 86.

Livre, page 86, exercice 2

• 1/ Il est en vacances
• 2/ "Parce que mon école est loin"
• 3/ En vélo
• 4/ Histoire-géo
• 5/ Couscous
• 6/ Bizarre
• 6/ Sérieux et strict

Livre, page 86, exercice 2

• 6/ Sympathique
• 7/ Le collège, la classe et les amis sont cools

Zelfstandig werken

Ouvre le livre page 88. Lis le texte, Théo, ses devoirs, ses hobbys.

Fais les exercices pages 89 et 90.

Gebruik de woorden van Unité 3, Apprendre 2 (pages 106-107) voor de woorden die jij nog niet kent.