Havo 3 - Poëzie - bespreken gedichten

Welkom!
Nederlands - Poëzie
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Di, wo, do, vrij

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands - Poëzie
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Di, wo, do, vrij

Slide 1 - Tekstslide

- Gedichten + opdrachten bespreken.


leerdoel:  De leerling... : 
- kent kan rijm herkennen in een gedicht
- Kan de diepere laag in een gedicht  (gedeeltelijk) uitleggen




Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,


boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Slide 3 - Tekstslide

Denkend aan Holland 
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,

boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Slide 4 - Tekstslide

Denkend aan Holland 
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,

boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Slide 5 - Tekstslide

Denkend aan Holland 
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,

boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Water
Natuur
de mens

Slide 6 - Tekstslide

Denkend aan Holland 
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,

boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Water
Natuur
de mens
dorpen/steden
Lucht
Strijd tegen water

Slide 7 - Tekstslide

Denkend aan Holland 
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,

boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

6 x een kwatrijn

Slide 8 - Tekstslide

                                     De tuinman en de Dood
Een Perzisch edelman:  
'Vanmorgen ijlt* mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in; 'Heer, Heer, één ogenblik!

Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.

Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar ik zag nog juist de dreiging van zijn hand.

Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!' -



Van middag (lang reeds was hij heengespoed) 
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.

'Waarom,' zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
'Hebt gij vanmorgen vroeg mijn knecht gedreigd?'

Glimlachend antwoordt hij: 'Geen dreiging was 't,
Waarvoor uw tuinman vlood**. Ik was verrast,

Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan.'

Slide 9 - Tekstslide

                                     De tuinman en de Dood
Een Perzisch edelman:  
'Vanmorgen ijlt* mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in; 'Heer, Heer, één ogenblik!

Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.

Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar ik zag nog juist de dreiging van zijn hand.

Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!' -



Van middag (lang reeds was hij heengespoed) 
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.

'Waarom,' zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
'Hebt gij vanmorgen vroeg mijn knecht gedreigd?'

Glimlachend antwoordt hij: 'Geen dreiging was 't,
Waarvoor uw tuinman vlood**. Ik was verrast,

Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan.'

Slide 10 - Tekstslide

                                     De tuinman en de Dood
Een Perzisch edelman:  
'Vanmorgen ijlt* mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in; 'Heer, Heer, één ogenblik!

Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.

Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar ik zag nog juist de dreiging van zijn hand.

Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!' -



Van middag (lang reeds was hij heengespoed) 
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.

'Waarom,' zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
'Hebt gij vanmorgen vroeg mijn knecht gedreigd?'

Glimlachend antwoordt hij: 'Geen dreiging was 't,
Waarvoor uw tuinman vlood**. Ik was verrast,

Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan.'

Slide 11 - Tekstslide

                                     De tuinman en de Dood
Een Perzisch edelman:  
'Vanmorgen ijlt* mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in; 'Heer, Heer, één ogenblik!

Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.

Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar ik zag nog juist de dreiging van zijn hand.

Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!' -



Van middag (lang reeds was hij heengespoed) 
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.

'Waarom,' zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
'Hebt gij vanmorgen vroeg mijn knecht gedreigd?'

Glimlachend antwoordt hij: 'Geen dreiging was 't,
Waarvoor uw tuinman vlood**. Ik was verrast,

Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan.'

Je kunt niet aan de dood ontkomen, hoe hard/ver/snel  je ook vlucht. 

Slide 12 - Tekstslide

GEPAKT

Het zwarte pak, geleend, uit nood
Iets verder, ingepakt, de dood
Afgepakt, zijn jeugd, zijn vader
Het leven is een maat te groot

Slide 13 - Tekstslide

Kleine ijstijd 

Deze moeder gaat niet over een nacht ijs.
Zij komt beslagen en slaat wakken. Blauwbekkend
kluunt het kind door het beijzeld huis. Omtrekkend
haar bewegingen, de dagen altijd grijs.


Scheldpartij, bevroren woorden en gekrijs.
Deze moeder smijt, haar smal gezicht vertrokken.
Botte ijzers halen uit naar de geschrokken
kinderhanden, schrijven krassend een bewijs


van onvermogen. Tot bij haar nagelaten
dingen het kind zich op een foto vindt
waarop geen sporen van geweld, gescheld en


op de achterkant in plaats van het gehate
hakken onbekend gefluister. Dan zaagt het kind
de woorden uit het ijs en laat ze smelten. 

Slide 14 - Tekstslide

Kleine ijstijd 

Deze moeder gaat niet over een nacht ijs.
Zij komt beslagen en slaat wakken. Blauwbekkend
kluunt het kind door het beijzeld huis. Omtrekkend
haar bewegingen, de dagen altijd grijs.


Scheldpartij, bevroren woorden en gekrijs.
Deze moeder smijt, haar smal gezicht vertrokken.
Botte ijzers halen uit naar de geschrokken
kinderhanden, schrijven krassend een bewijs


van onvermogen. Tot bij haar nagelaten
dingen het kind zich op een foto vindt
waarop geen sporen van geweld, gescheld en


op de achterkant in plaats van het gehate
hakken onbekend gefluister. Dan zaagt het kind
de woorden uit het ijs en laat ze smelten. 

Slide 15 - Tekstslide

Kleine ijstijd 

Deze moeder gaat niet over een nacht ijs.
Zij komt beslagen en slaat wakken. Blauwbekkend
kluunt het kind door het beijzeld huis. Omtrekkend
haar bewegingen, de dagen altijd grijs.


Scheldpartij, bevroren woorden en gekrijs.
Deze moeder smijt, haar smal gezicht vertrokken.
Botte ijzers halen uit naar de geschrokken
kinderhanden, schrijven krassend een bewijs


van onvermogen. Tot bij haar nagelaten
dingen het kind zich op een foto vindt
waarop geen sporen van geweld, gescheld en


op de achterkant in plaats van het gehate
hakken onbekend gefluister. Dan zaagt het kind
de woorden uit het ijs en laat ze smelten. 
- Twee keer 4 regels (kwatrijn)
- Twee keer 3 regels (terzine)

- Totaal 14 regels

Dit is de klassieke indeling
van een sonnet.
- Na acht regels de wending.
De zinnen stoppen vaak niet aan het einde van een regel (of zelfs de strofe)

Rijm zit ook veel binnen de regels
Zie je hoe vaak de ij terugkomt? Hiermee laat de schrijver het gedicht ook ijziger worden...

Slide 16 - Tekstslide

Kleine ijstijd 

Deze moeder gaat niet over een nacht ijs.
Zij komt beslagen en slaat wakken. Blauwbekkend
kluunt het kind door het beijzeld huis. Omtrekkend
haar bewegingen, de dagen altijd grijs.


Scheldpartij, bevroren woorden en gekrijs.
Deze moeder smijt, haar smal gezicht vertrokken.
Botte ijzers halen uit naar de geschrokken
kinderhanden, schrijven krassend een bewijs


van onvermogen. Tot bij haar nagelaten
dingen het kind zich op een foto vindt
waarop geen sporen van geweld, gescheld en


op de achterkant in plaats van het gehate
hakken onbekend gefluister. Dan zaagt het kind
de woorden uit het ijs en laat ze smelten. 
Dit is de klassieke indeling 
van een sonnet.
- Na acht regels de wending.

Voor de wending:
Hoe het voor het kind is in het ijzige huis

Slide 17 - Tekstslide

Kleine ijstijd 

Deze moeder gaat niet over een nacht ijs.
Zij komt beslagen en slaat wakken. Blauwbekkend
kluunt het kind door het beijzeld huis. Omtrekkend
haar bewegingen, de dagen altijd grijs.


Scheldpartij, bevroren woorden en gekrijs.
Deze moeder smijt, haar smal gezicht vertrokken.
Botte ijzers halen uit naar de geschrokken
kinderhanden, schrijven krassend een bewijs


van onvermogen. Tot bij haar nagelaten
dingen het kind zich op een foto vindt
waarop geen sporen van geweld, gescheld en


op de achterkant in plaats van het gehate
hakken onbekend gefluister. Dan zaagt het kind
de woorden uit het ijs en laat ze smelten. 
Dit is de klassieke indeling 
van een sonnet.
- Na acht regels de wending.
Na de wending:
Het kind kijkt terug en kan dingen meer plaatsen. 

Slide 18 - Tekstslide

Je hoeft echt niet alles mooi te vinden, dat is een kwestie van smaak.
Maar probeer soms iets verder te kijken dan wat er letterlijk staat, misschien kan je er 'inzichten aan ontlenen'.

Ook bijna alle songteksten vallen onder poëzie. Let er eens op!
Poëzie

Slide 19 - Tekstslide