NK, Kapitel 6, les 5

Willkommen, heute ist Freitag
22. September 2023
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Willkommen, heute ist Freitag
22. September 2023

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel(e)
Kun je regelmatige werkwoorden met de stam op -d/-t in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Weet je hoe je het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord met de stam op -d/-t moet vormen.




Slide 2 - Tekstslide

Programma:
  • Huiswerk nakijken
  • Grammatica herhaling
  • Zelfstandig aan het werk




Slide 3 - Tekstslide

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 4 - Tekstslide

Hoe maak je in het Duits de stam van een werkwoord?
A
hele werkwoord
B
hele werkwoord -en
C
ik-vorm

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de stam van "atmen"?

Slide 6 - Open vraag

mieten: ihr _______
A
miete
B
mietest
C
mietet
D
mieten

Slide 7 - Quizvraag

kaufen: du ______
A
kaufet
B
kauft
C
kaufest
D
kaufst

Slide 8 - Quizvraag

reden: ich ______
A
rede
B
redest
C
redet
D
reden

Slide 9 - Quizvraag

öffnen: sie (ev)
A
öffne
B
öffnet
C
öffnen
D
öffnest

Slide 10 - Quizvraag

Warum (warten) ............. du nicht?

Slide 11 - Open vraag

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ihr (kaufen) solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft

Slide 12 - Quizvraag

Huiswerk nakijken
1. Maak in je boek van Kapitel 6, D Grammatik

    Aufg. 10, 11 en 12
2. Leer de woorden Nederlands - Duits via slim stampen in        Neue Kontakte

Slide 13 - Tekstslide

D Grammatik : Werkwoorden met stam op -d/-t


Welke kenmerken heeft een zwak / regelmatig ww?

Slide 14 - Tekstslide

  • verleden tijd: geen klinkerverandering.
  • kun je volgens een vast patroon vervoegen.
  • Nederlandse zwakke werkwoorden zijn vrijwel altijd ook in het Duits zwak
  • Voor het vervoegen van een werkwoord heb je de persoonlijke voornamenwoorden nodig

Slide 15 - Tekstslide

De persoonlijke vnw in het Duits zijn:
ik    = ich
jij     = du
hij/zij/het  = er/sie/es
wij    = wir
jullie = ihr
    zij/ u      = sie/Sie

Slide 16 - Tekstslide

Hoe krijg je de stam?
Hele werkwoord min en is de stam
de -en of -n weg te laten
Voorbeelden:

wohnen - en = wohn
spielen - en = spiel
kommen - en = komm
regnen - en = regn

machen > mach;  spielen > spiel;  radeln > radel

Slide 17 - Tekstslide

Ezelsbruggetje
Achter de stam van het werkwoord komt de uitgang.
Dit zijn de volgende letters:  

                   (FE)    E - ST - T - EN - T - EN


 

Slide 18 - Tekstslide

Er zijn 2 uitzonderingen
  1. Als de stam op -d / -t eindigt, dan komt er na de stam een extra -e  :        du, er/sie/es en ihr vorm.                                                                                                        
  2. Als de stam op een 's'-klank eindigt   (bijv. s, ss, ß, z) dan komt er bij du alleen een 't' achter de stam


Slide 19 - Tekstslide

Het werkwoord komt er dan als volgt uit te zien:
                     heißen
ich              heiße
du               heißt
er/sie/es  heißt
wir              heißen
ihr               heißt
sie/Sie      heißen

Slide 20 - Tekstslide

Het werkwoord komt er dan als volgt uit te zien:
                     antworten
ich              antwort e  
du               antwort t
er/sie/es  antwort t
wir              antwort en
ihr               antwort e t
sie/Sie      antwort en

Slide 21 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
1. Maak het werkblad regelmatige werkwoorden

2. Klaar? Leer dan de woorden + grammatica van Kapitel 6 in slim stampen

Slide 22 - Tekstslide

Hausaufgaben

1. Maak het werkblad regelmatige werkwoorden
2. Leer de Lernliste van Kapitel 6, Niederländisch - Deutsch, 
S. 26 , d.m.v. slim stampen in Neue Kontakte online
3. Leer de grammatica van Kapitel 6 in slim stampen










Slide 23 - Tekstslide

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
Kun je regelmatige werkwoorden met de stam op -d/-t in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Weet je hoe je het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord met de stam op -d/-t moet vormen.


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide