In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
What are we going to do today?
- Who is here today?
- Reading
- What did we do the previous lesson?
- Checking homework
- Grammar 5
- Homework
- End of lesson
Slide 2 - Tekstslide
Write me words!
A E T R
K P L O
I M S N
H U D F
Slide 3 - Tekstslide
timer
10:00
Slide 4 - Tekstslide
What did we do in the previous lesson?
Slide 5 - Tekstslide
Future
- Present simple
Gebeurtenissen zijn een onderdeel van een rooster, dienstregeling, of ander schema. Er is een tijdsbepaling.
The tour starts at eight
The plane arrives at a quarter to ten
Slide 6 - Tekstslide
Future tense
- Present continuous (to be + ww + -ing)
Afspraken in de nabije toekomst waarvan de tijd/plaats al vast staat. Denk aan vliegtickets waar je al een tciket voor hebt gekocht.
Jules is taking Daisy out on Friday around 8pm.
Slide 7 - Tekstslide
Future tense
- To be going to
Wanneer iemand in de toekomst iets van plan is. Staat gelijk aan het Nederlandse werkwoord 'gaan'. Je hebt bewijs voor deze voorspelling, of je hebt er zelf geen controle over.
Look at the score! They are going to win!
Slide 8 - Tekstslide
Future tense
- Will
Bij beloftes, aankondigingen en een voorspelling waar je GEEn bewijs hebt. Je denkt dat het gaat gebeuren, maar je hebt hier geen bewijs voor.
You will probably win the lottery.
Slide 9 - Tekstslide
Checking homework
Let's check 12, 13 and the sheet I gave you
Slide 10 - Tekstslide
Grammar 5: word order
Word order gaat volledig over zinsopbouw en zinsvolgorde.
Open your books on page one hundred and forty-six please
Slide 11 - Tekstslide
Grammar 5: word order
In het Engels hebben zinnen vaak een vaste volgorde. Belangrijk om te onthouden is het volgende ezelsbruggetje:
Wie doet wat waar wanneer?
Let me explain!
Slide 12 - Tekstslide
Grammar 5: word order
De bijwoorden van frequentie komen VOOR het werkwoord.:
They always go to the sports on Mondays
Wanneer er een vorm van to be in de zin staat, dan staat het bijwoord van frequentie hierachter:
He is usually at his dad's place on Sundays
Slide 13 - Tekstslide
grammar - the teacher - is - grammar - explaining
Slide 14 - Open vraag
the new castle - arrived - this afternoon - we - at