De Indo-Europeanen waren van oorsprong jagers en vee-hoedende nomaden. Toen zij zich vestigde rondom de Indusvallei werden zij boeren. Zij aanbaden natuurgoden. Zij brachten rituele offers in de hoop op een goede oogst. In de loop van de tijd vermengden zij zich met de oorspronkelijke bewoners en breidden zij hun nederzettingen uit naar de Gangesvallei. Tegen 1000 v.Chr. was de Indo-Europese cultuur dominant in Noord-India.