Injecteren

Wat weet je nog van de vorige les?
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INJECTEREN

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les kun je in eigen woorden vertellen:
  • Op welke manieren je kunt injecteren
  • Wie, waarom en wanneer je injecties geeft
  • Hoe je moet injecteren
  • Waar je wel en niet mag injecteren 
  • Wet en regelgeving


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al van injecteren?

Slide 4 - Woordweb

Toedienen van een vloeibaar medicijn vanuit een spuit via een holle naald in het lichaam
Wet BIG
Injecteren = voorbehouden handeling

Voorbehouden handelingen zijn risicovolle, medische handelingen die alleen bevoegde zorgverleners mogen uitvoeren. In de Wet BIG staan de voorbehouden handelingen en wie ze zelfstandig of in opdracht mag uitvoeren.




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor Toediening Gereed Maken
veiligheidsmanagementsysteem:
Opdat we continu risico’s signaleren en verbeteringen doorvoeren. Alle ziekenhuizen zijn verplicht een VMS in te voeren en deze gecertificeerd en/of geaccrediteerd te hebben.

Het proces VTGM wordt beschreven in vier stappen, zoek ze op!

Slide 6 - Tekstslide

https://www.vmszorg.nl/wp-content/uploads/2017/07/VGTM_richtlijn_nov2009.pdf

veiligheidsmanagementsysteem 
4 stappen, 9 punten:
  1. controleren van de medicatieopdracht
  2. maken en invullen van het toedienetiket
  3. berekenen van de benodigde hoeveelheden
  4. nemen van hygiënische maatregelen
  5. verzamelen en klaarleggen van de benodigde materialen
  6. klaarmaken van het geneesmiddel, bijvoorbeeld in een LAF-kast (laminaire airflowkast) van een ziekenhuis, speciaal ontwikkeld voor het werken met gevaarlijke stoffen
  7. paraferen van het toedienetiket
  8. laten controleren door tweede persoon
  9. laten paraferen door tweede persoon

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gaan medicijnen soms per injectie en niet als tablet?

Slide 8 - Woordweb

  • Buiten maagdarmkanaal om (braken/nuchter)​
  • Buiten maagdarmkanaal om i.v.m. afbreken medicijn​ (insuline)
  • Werkingsduur​ (depot)
  • Precieze dosering 
  • zorgvrager kan niet slikken (coma)
  • sommige medicatie kunnen niet anders
Wanneer injecteer je NIET?

Slide 9 - Woordweb

  • allergieën 
  • als oraal een optie is, injecties zijn vaak duurder.
  • extreme angst?
Waar mag je niet injecteren?
  • Littekenweefsel​ of plaatsen die hard aanvoelen​
  • Plaatsen die ontstoken of pijnlijk zijn
  • Verlamde ledematen​
  • Ledematen met trombose of oedeem
  • Plaatsen met rode of blauwe verkleuringen
  • Een geopereerd of te opereren gebied
  • Een arm met een infuus of shunt








Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

subcutaan=onder de huid
intraveneus=in de ader
intramusculair=in de spier
intracutaan = in de bovenste huidlaag
Vormen van injectie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intramusculair vs subcutaan
  • Opname snelheid
  • Hoeveelheid 
  • Substantie
  • Risico

Slide 12 - Tekstslide

vloeistof wordt bij i.m. injecties sneller (binnen 15–20 minuten) in de bloedsomloop opgenomen dan bij subcutane injecties.

I.m. kun je ook grotere hoeveelheden vloeistof spuiten dan in het onderhuidse weefsel (max 2ml). 

Medicijnen die het onderhuidse vetweefsel irriteren, zoals olieachtige vloeistoffen, kan wel i.m.

Het risico dat er bij een subcutane injectie grote bloedvaten en zenuwen worden geraakt, is klein.
Wat heb je nodig om te injecteren?
  • Spuit met conus en zuiger
  • Veilige naalden (+opzuignaald)
  • Ampul of flacon.

Slide 13 - Tekstslide

Is dit alles?

Regel van 5

Sommige medicatie oplossen/verdunnen dus Nacl of water

Als je bij de patiënt prikt, denk aan naaldencontainer, hygiëne (handen/patiënt)

desinfecteren huid is i.p. niet nodig bij zorgvragers met een normale weerstand
Injectienaalden
  • Diverse lengtes en diktes​ 
  • Kleuren zeggen iets over de diameter (Gauge) van de naald​ 
  • Voor elke injectiemethode gebruik je andere lengte en diameter​
  • Lengte is ook afhankelijk van de zorgvrager
  • Gebruik van veilige naalden is verplicht​


Slide 14 - Tekstslide

Intramusculair:
lengte van 16–70 mm;
diameter van 0,7–0,9 mm (deze naalden hebben volgens de internationale kleurcodering een groene, gele en zwarte conus).

Subcutaan:
De diameter is 0,4 à 0,6 mm (Deze naalden hebben volgens de internationale kleurcodering een grijze, bruine, oranje of blauwe conus)

Intramusculaire injectieplaatsen
            Bil: bovenste buitenste kwadrant

Arm: deltaspier            Bovenbeen

Slide 15 - Tekstslide

bovenbeen kan 1 tot 5 ml
bil tot 2 tot 4 ml
arm tot 2 ml

opnamesnelheid? arm sneller dan de bil
Hoe kan je i.m. injecteren?

  • Rangeertechniek: huid opzij trekken, HEEFT VOORKEUR

  • Loodrechttechniek of stretchtechniek: huid strak trekken

Slide 16 - Tekstslide

rangeertechniek voorkomt dat vloeistof terugloopt.

Nadien nooit de huid masseren. 


Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Subcutane injectieplaatsen
Bovenbeen
Bovenarm
Bil: bovenste buitenste kwadrant
Buik.

Slide 18 - Tekstslide

De opname is het snelst in de buik, daarna in de armen en dan in de benen en billen.
Hoe kan je s.c. injecteren?
Huidplooitechniek:
huid tussen duim en wijsvinger


                                                               Loodrechttechniek:
                                                               Korte naald, 
                                                               kant en klare spuiten 



                                                            

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subcutaan injecteren bij diabetes

Prikken glucose meting:
  • Zijkant top ringvinger
  • Zijkant top middelvinger
  • Zijkant top pink

Slide 20 - Tekstslide

  • Ontsmet de prikplaats niet, laat de zorgvrager de handen.
  • Zorg voor warme en naar beneden hangende vingers, zodat spontaan een bloeddruppel ontstaat, niet stuwen of knijpen.
  • niet meten bij infuus in betreffende arm.
stukje pathologie:
Insuline = hormoon dat ervoor zorgt 
dat glucose vanuit bloed wordt
opgenomen door lichaamscellen. 
Bij een tekort blijft een te grote 
hoeveelheid glucose achter in het 
bloed. Dit is schadelijk voor bloed-
vaten, met alle gevolgen van dien.

Slide 21 - Tekstslide

Normaal suiker? tussen 4-6 mmol/L

Reden verhoging suiker?

  • stress
  • leefstijl (veel of weinig beweging, voeding)
  • ziekte, koorts, infectie
  • medicatiegebruik (prednison)
Subcutaan injecteren bij diabetes
  • Spuit voor elke injectie 2 IE weg om te controleren of er daadwerkelijk insuline uit de pennaald komt
  • Wissel van injectieplaats
  • Opsplitsen hoeveelheid insuline > 50 IE
  • Pas op voor lipodystrofie 
  • Loodrechttechniek heeft voorkeur

Slide 22 - Tekstslide

Lipodystrofie ontstaat door het frequent en langdurig injecteren met insuline op dezelfde plaats in de huid. 
Het is een verzamelnaam voor veranderingen van de onderhuidse vetlaag, soort littekenweefsel.

Meerdere soorten medicatie, langwerkend, kortwerkend...
meerdere geven? check interactie!
Subcutaan injecteren antistolling

  • Altijd loodrechttechniek  
  • wissel van plek
  • kant & klare spuit? Luchtbel laten zitten!
  • indicatie? contra-indicatie?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de nadelen/gevaren van een injectie?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan er mis gaan bij injecteren?
  • Zenuw aanprikken (klapvoet)
  • Bloedvat aanprikken (hematoom)
  • Infectie
  • Lipodystrofie
  • Allergische reactie
  • Medicatiefout (verkeerde middel of overdosering)
  • slechte resorptie door verkeerde prikplek of kou

Slide 25 - Tekstslide

Altijd VIM/MIP/FONA melding doen!

Of...prikaccident
Wat te doen?
  • Laat het wondje flink doorbloeden
  • Spoel met water of fysiologisch zout
  • Desinfecteer het wondje met alcohol 70% 
  • Meld het ongeval aan de leidinggevende en de geneeskundige dienst en maak een melding

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Of...prikaccident
Hoe voorkomen?
  • Maak gebruik van naaldencontainers
  • vaccineren tegen hepatitis
  • Gebruik zogenaamde veiligheidsnaalden
  • Werk volgens protocol
  • Niet re-cappen (de huls weer op de naald doen)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertel in eigen woorden:
  • op welke manieren je kunt injecteren
  • waarom je injecties geeft
  • hoe je moet injecteren
  • waar je wel en niet mag injecteren 

Heb je nu nog vragen over injecteren?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

intramusculair
subcutaan
intraveneus
intracutaan
in de huid
in de ader
in de spier
onder de huid

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

bij welke injectie kan je 45 en 90 graden injecteren
A
intramusculair
B
subcutaan
C
intraveneuze
D
insuline injecteren

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt een intramusculaire injectie in de bil geplaatst?

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke injecties mag je als verzorgende-ig geven?
A
Alleen insuline s.c.
B
s.c. en i.m.
C
i.c. en i.v.
D
s.c. i.v. i.c. en i.m.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Enteraal
Parenteraal

Slide 35 - Sleepvraag

Enteraal = via maagdarmkanaal, tabletten, drankjes, poeders, zetpillen, rectioles enz.

Parenteraal = buiten het maagdarmkanaal. Per injectie (intramusculair, subcutaan, intraveneus, via vagina, oog-, oor, neusdruppels, inhalatie, vernevelen

Waar spuit je de medicatie bij een subcutane injectie?
A
In de opperhuid
B
In de lederhuid
C
In het onderhuids bindweefsel
D
In de spier

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor een intramusculaire injectie gebruik je een:
A
blauwe naald
B
bruine naald
C
groene naald
D
roze naald

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend VTGM
A
Veneuze Toediening Genees Middelen
B
Voor Toediening Gereed Maken
C
Voorkomen fouten Toediening Genees Middelen
D
Voor Toediening Gereed maken Medicatie

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de WGBO staat injecteren beschreven als een:
A
risicovolle handeling
B
voorbehouden handeling
C
staat niet beschreven in de WGBO

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de wet BIG voor
A
Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg
B
Bepaalde Ingrepen in de Gezondheidszorg
C
Beroepen in de geestelijke Gezondheidszorg
D
Bepaalde Interventies in de Gezondheidszorg

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies