voorzetsel à/de + bepaald lidwoord 1e keer herhalen

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling ch 2 C/D
Bron D: à/ de bepaald lidwoord

Slide 2 - Tekstslide

à = in, naar, op, bij
le/la/l'/les = de/het
à + le > au (M. EV)  Je vais au restaurant/Ik ga naar het restaurant

à + la (V. EV) Je suis à la boulangerie./ ik ben bij de bakker 

à + l' (EV met KL) Tu vas à l'hôtel. / ga jij naar het hotel

à + les > aux (MEERVOUD) On va aux matchs. wij gaan naar de wedstrijden.

Slide 3 - Tekstslide

de + bepaald lidwoord
de = van, uit                      le/la/l'/les = de/het
de + le > du (M. EV) C'est le fils du directeur. Hj is de zoon van de directeur
de + la (V. EV) Je suis le prof de la classe. Ik ben de leraar van de klas
de + l' (EV met KL) C'est l'entrée de l'hôtel. Dit is de ingang van het hotel 
de + les > des(MEERV)  Il est le père des enfants. Hij is de vader van de kinderen

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan:

Slide 5 - Tekstslide

Je veux aller ... toilettes
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 6 - Quizvraag

Le prof donne un conseil ... élèves.
A
à
B
à la
C
à l'
D
aux

Slide 7 - Quizvraag

Il y a beaucoup de touristes _____ Montpellier en été
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 8 - Quizvraag

les élèves ... classe
A
de
B
de l'
C
du
D
de la

Slide 9 - Quizvraag

la capitale .. Maroc
A
de
B
de l'
C
du
D
de la

Slide 10 - Quizvraag

Je vais (naar het) maison.

Slide 11 - Open vraag

Je suis (in de) Antilles.

Slide 12 - Open vraag

les fruits .. arbres
A
de
B
de l'
C
des
D
du

Slide 13 - Quizvraag

C'est le stylo (van de) garçon.

Slide 14 - Open vraag