5.3 De Verspreiding van het christendom

De Middeleeuwen
De Verspreiding van het Christendom
Schrijf de titel "par 5.3: De verspreiding van het Christendom" bovenaan je bladzijde als titel voor de aantekening van deze les over in je aantekeningenschrift!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen
De Verspreiding van het Christendom
Schrijf de titel "par 5.3: De verspreiding van het Christendom" bovenaan je bladzijde als titel voor de aantekening van deze les over in je aantekeningenschrift!

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
5. Aan het eind van deze les kun je  de rol van het Christendom en kloosters in de middeleeuwse samenleving uitleggen.
Schrijf het leerdoel als 'ondertitel' over in je aantekeningenschrift!

Slide 3 - Tekstslide

Par 5.3: De verspreiding van het Christendom.

Slide 4 - Tekstslide

Kloosters (1)
Bisschoppen namen macht over van Romeinen -> naast religieuze ook politieke macht.

Sommige mensen wilden hun leven aan god wijden => wonen in een klooster
Monniken: bewoners van mannenklooster
Nonnen: bewoners vrouwenklooster
Beloofden te leven in armoede en kuisheid en te gehoorzamen aan de abt/ abdis.

Grootste deel van de dag werd doorgebracht door te bidden/ houden van missen (plechtige bijeenkomsten met gezang en gebeden).


Schrijf de rode tekst over in je aantekeningenschrift!

Slide 5 - Tekstslide

Kloosters (2)
Belangrijke taak monniken/ nonnen: Helpen van anderen -> verzorgen zieken, logeren van reizigers en kopiëren van boeken => kloosters waren het centrum van kennis en kunst

Kloosters kregen steeds meer bezig en werden rijker en bezaten enorme domeinen.

geestelijken: Paus, bisschop, dorpspriesters, kloosterlingen
leken: gewone gelovigen.

Hoge edelen zoals bisschoppen en de paus leefden als edelen. Priesters leefden onder het volk.
Schrijf de rode tekst over in je aantekeningenschrift!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De bekering van Europa
496: Koning Clovis laat zich dopen -> Alle Franken moesten Christen worden.
Koningen kregen hulp van de kerk en andersom => Koningen steunden missionarissen 

690: Willibrord krijgt de taak om de Friezen te kerstenen -> stuitte op verzet door Friese leider Radbod
754: Bonifatius wordt vermoord bij Dokkum en wordt martelaar. 
Schrijf de rode tekst over in je aantekeningenschrift!

Slide 8 - Tekstslide

Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden het land als er oorlog was. 
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).

Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.
Klik op de afbeelding

!
Schrijf de rode tekst over in je aantekeningenschrift!

Slide 9 - Tekstslide

De verspreiding van het Christendom is een ... verandering.
A
Economische
B
Bestuurlijke
C
Religieuze

Slide 10 - Quizvraag

Wat is kerstening?
A
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer.
B
De verspreiding van het christendom.
C
Dat is als de leenheer op jihad gaat.
D
Dat betekent dat de paus beschermt moet worden.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving
van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 12 - Quizvraag

Monniken zijn geen geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Wie werd er vermoord bij Dokkum?
A
Willibrord
B
Paus Leo
C
Karel de Grote
D
Bonifatius

Slide 14 - Quizvraag

Welke taak kreeg Willibrord van de kerk?

Slide 15 - Open vraag

Sleep de teksten naar de juiste plek in de afbeelding
Ik ben van adel
Ik ben een geestelijke
Ik betaal pacht
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand

Slide 16 - Sleepvraag

Door het harde leven gingen veel mensen
het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?

A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 17 - Quizvraag

Waarom werden door missionarissen heidense gebruiken en feesten gekoppeld aan belangrijke christelijke gebeurtenissen?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • Geestelijken
  • Leken
  • Missionarissen
  • Martelaar
  • Kerstening

Slide 20 - Tekstslide

Personen uit deze les
koning Clovis
Franken
Willibrord
Radbod
Bonifatius
Karel de Grote

Slide 21 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les
496: Koning Clovis laat zich dopen.

690: Willibrord probeert de Friezen te Kerstenen

754: Bonifatius wordt vermoord bij Dokkum.


Slide 22 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je
deze les hebt geleerd

Slide 23 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 24 - Open vraag