Le romantisme et le réalisme

Le romantisme
1800-1850
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Le romantisme
1800-1850

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Napoléon Bonaparte
Duitsland en Italië in. Zolang Napoléon militaire overwinningen behaalt, is hij erg populair. Dit ondanks het feit dat hij zich gedraagt als een dictator: veel van de vrijheden die tijdens de Revolutie verworven zijn, verdwijnen onder zijn bewind. Na zijn nederlaag op het slagvaeld van Waterloo in 1815 wordt Napoléon naar Sint Helena verbannen. 

Slide 3 - Tekstslide

Tussen 1789 en 1799 maakt Frankrijk en revolutionaire periode door, vol onrust en chaos. In 1799 pleegt Napoléon eeen staatsgreep en sticht hij een keizerrijk. In de beginjaren van zijn bewind kent Frankrijk een periode van relatieve rust. Daarna begint Napoléon een aantal oorlogen om zijn keizerrijk uit te breiden. Dat lukt: hij lijft landen als Spanje, Duitsland en Italië in. Zolang Napoléon militaire overwinningen behaalt, is hij erg populair. Dit ondanks het feit dat hij zich gedraagt als een dictator: veel van de vrijheden die tijdens de Revolutie verworven zijn, verdwijnen onder zijn bewind. Na zijn nederlaag op het slagvaeld van Waterloo in 1815 wordt Napoléon naar Sint Helena verbannen. 
Na de val van Napoléon komt er weer een koning aan de macht. Conservatieve Fransen zijn blij dat de rust hiermee weer enigszins is hersteld, maar het volk betreurt het dat de idealen van de Franse Revolutie op niets zijn uitgelopen. De onvrede hierover komt in de loop van de eeuw meermalen tot een uitbarsting. Tijdens de revoluties van 1830 en 1848 vecht het volk weer voor betere leefomstandigheden en meer rechten. Dit leidt ertoe dat de monarchie in 1848 opnieuw plaatsmaakt voor een republiek. Dit is van korte duur, omdat de gekozen president Louis-Napoléon (een neef van Napoléon Bonaparte) zich in 1852 tot keizer Napoléon III laat kronen. Pas tegen het eind van de eeuw zal er en stabiel democratisch regime heersen. 

Slide 4 - Tekstslide

Na de val van Napoléon komt er weer een koning aan de macht. Conservatieve Fransen zijn blij dat de rust hiermee weer enigszins is hersteld, maar het volk betreurt het dat de idealen van de Franse Revolutie op niets zijn uitgelopen. De onvrede hierover komt in de loop van de eeuw meermalen tot een uitbarsting. Tijdens de revoluties van 1830 en 1848 vecht het volk weer voor betere leefomstandigheden en meer rechten. Dit leidt ertoe dat de monarchie in 1848 opnieuw plaatsmaakt voor een republiek. Dit is van korte duur, omdat de gekozen president Louis-Napoléon (een neef van Napoléon Bonaparte) zich in 1852 tot keizer Napoléon III laat kronen. Pas tegen het eind van de eeuw zal er en stabiel democratisch regime heersen. 

Le sentiment du Mal du Siècle vient de la désillusion
Il y a plusieurs réponses possibles
A
du règne de Napoléon
B
de La Révolution Française
C
de l'absolutisme
D
des valeurs imposées par la bourgeoisie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Qu'est-ce que tu sais maintenant à propos du contexte historique?
Tu peux répondre en néerlandais

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Le mal du siècle
- Beaucoup de changements politiques
- Après Napoléon: le matérialisme et la bourgeoisie 
- La révolution industrielle et la pauvreté

Rejet de la réalité et un sentiment de mélancolie.
Dominance de la sensibilité, de l'émotion et l'imagination sur la raison et la morale. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Caractéristiques
S'enfuir de le réalité. Les artistes s'intéressent à:
  1. la nature
  2. les émotions et la sensibilité 
  3. le mystère
  4. le passé 
  5. les voyages (à l'Orient)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Victor Hugo (1802-1885)
- Écrivain du romantisme. 
Notre dame de Paris et Les misérables. 
- Le poème Demain des l'aube. Pour sa fille Léopoldine qui s'est noyé il y avait 4 ans.  

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Demain dès l' aube
Demain, dès l'aube, à l'heure où blanchit la campagne, 
Je partirai. Vois-tu, je sais que tu m'attends.
J'irai par la forêt, j'irai par la montagne.
Je ne puis* demeurer loin de toi plus longtemps. *Ik kan

Je marcherai les yeux fixés sur mes pensées, 
Sans rien voir au dehors, sans entendre aucun bruit,
Seul, inconnu, le dos courbé, les mains croisées,
Triste, et le jour pour moi sera comme la nuit.

Je ne regarderai ni l'or du soir qui tombe, 
Ni les voiles au loin descendant vers Harfleur,
Et quand j'arriverai, je mettrai sur ta tombe
Un bouquet de houx* vert et de bruyère** en fleur. *hulst/ **heidekruid

Les Contemplations


Slide 10 - Tekstslide

Elk groepje vertaalt 1 alinea. Daarna delen met de klas. 
1. Noteer minimaal 4 woorden waaraan je kunt zien dat het om een trieste tocht gaat.

Slide 11 - Open vraag

Vertaling demain des l'aube:
Voor dag en dauw

Voor dag en dauw, als licht al aanbleekt op het lover,
Ga ik op pad. Ik weet wel dat jij op mij wacht.
Ik trek de bossen door en trek de bergen over,
Ik heb te vaak ver van jou mijn dagen doorgebracht.

Ik ga, ik hoor geen geluiden, kijk niet om me heen
En houd mijn ogen slechts gericht op mijn gedachten:
Een onbekende, met gekruiste handen, krom, alleen,
Verdrietig, en mijn dagen zullen zijn als nachten.

Ik kijk niet hoe het avondgoud wordt ingebed
Noch naar de zeilen die Harfleur haast binnenglijden;
En eenmaal bij je grafsteen leg ik een boeket
Van groene hulst vermengd met bloesemende heide.

 

Vertaling: Koen Stassijns

Traduis le poème

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk kenmerk van de romantiek komt in dit gedicht goed tot uiting? Noteer een aantal woorden waaruit dat blijkt.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

- Cherche de l'information sur le Notre dame de Paris et Les misérables sur internet.
- Quelle histoire est la plus typique pour le romantisme selon toi? Et pourquoi?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Le réalisme

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Qu'est-ce que vous associez avec le 'réalisme'?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Le réalisme (1850-1890)
- Exprimer le plus fidèlement possible la réalité,  sans l'idealiser.
- L'écrivain n'est pas important.
- Se concernent surtout des classes sociales défavorisées.
- Comprendre les comportements humains au moyen de la description. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gustave Flaubert 
1821 - 1880
&
Madame Bovary

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Flaubert & Madame Bovary
  • Schrijven over een realistisch, hedendaags onderwerp: realisme
  • Onderzoek voorafgaand aan schrijven: 53 maanden
  • Schrijven: drang naar perfectie "le mot juste": brulgalerij
  • Inspiratie voor Madame Bovary (Emma) : overleden Delphine Delamare (overspel en zelfmoord)
  • Madame Bovary: een schandaalsucces

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Madame Bovary

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Madame Bovary
  • Beginnen bij Charles Bovary: klungelige man,  onkundige arts
  • Ontmoeting Emma Rouault: vrij erotische beschrijving
  • Boerendochter. Verveling:  lezen romantische bouquetreeksen > naïef beeld van de liefde
  • Klungelig aanzoek: trouwen > huwelijksnacht een teleurstelling. Komt nooit meer goed
  • Verhuizing naar stadje Yonville: helpt madame Bovary slechts kort, snel weer ongelukkig

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Madame Bovary
  • Charles is snel tevreden: Emma vervreemdt van hem 
  • Twee minnaars
  • Leven boven haar stand: Monsieur Lheureux
  • De apotheker: Monsieur Homais
  • Arsenicum

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was Madame Bovary ontevreden met haar leven en haar man?
A
Charles houdt niet van haar
B
Charles is te ambitieus
C
Emma heeft te veel romantische boekjes gelezen
D
Emma hield eigenlijk altijd al van een ander

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Madame Bovary en "minnaar 1"
  • Rodolphe Boulanger: landeigenaar, egoïstisch, mooie man
  • Ontmoeting op landbouwbeurs > "geheime" verhouding

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Madame Bovary en "minnaar 1"
  • Charles is kansloos na mislukking met de klompvoet 
  • Emma Bovary: dure geschenken en kleding > schulden
  • Wil wegvluchten, met Rodolphe en dochter 
  • Abrikozenscène, afscheidsbrief
  • Emma sterft bijna van verdriet

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Madame Bovary en "minnaar 1"
  • Charles is kansloos na mislukking met de klompvoet 
  • Emma Bovary: dure geschenken en kleding > schulden
  • Wil wegvluchten, met Rodolphe en dochter 
  • Abrikozenscène, afscheidsbrief
  • Emma sterft bijna van verdriet

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Madame Bovary en "minnaar 2"
  • Léon Dupuis: een vriend van vroeger, vertrokken naar Parijs
  • Hernieuwde ontmoeting in Rouen, opera: Léon durft meer
  • Ontmoeting in kathedraal: koetsscène (schandaal!)
  • Buitenechtelijke relatie, totdat verveeld raken van elkaar

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote schulden en arsenicum
  • Te veel schulden bij Lheureux
  • Rodolphe en Léon lenen geen geld
  • Madame Bovary kiest voor zelfdoding met arsenicum
  • Charles ontdekt brieven > "meurt de chagrin"

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de apotheker?
A
Monsieur Lheureux
B
Monsieur Boulanger
C
Monsieur Homais
D
Monsieur Dupuis

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe pleegt Madame Bovary zelfmoord?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De scene van de zelfdoding van Mme Bovary werd lang gebruikt op de studie geneeskunde. Waarom denk je?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt "madame Bovary" een realistisch verhaal?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies