Les 4 / Woordenschat 2

Woordenschat 2
LEH1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat 2
LEH1

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je vandaag?

  • Na deze les ken je de betekenis van 7 nieuwe woorden (begrijpen).
  • Na deze les kun je deze woorden gebruiken in spraak en geschrift (gebruiken).

Slide 2 - Tekstslide

Uitvoerbaar
Functie
Aanvankelijk
Flexibel
Conclusie
Stimuleren
Vaststellen
Woorden van vandaag
Betekenis op de woordenlijst

Slide 3 - Tekstslide

Uitvoerbaar
Functie
Aanvankelijk
Flexibel
Conclusie
Stimuleren
Vaststellen
Laten we de woorden eens bekijken
Bewaar de woordenlijst in je woordenmap

Slide 4 - Tekstslide

Als je niet het goede gereedschap hebt om de praktijkopdracht te doen dan is de opdracht niet ...
A
Flexibel
B
Uitvoerbaar
C
Aanvankelijk
D
Direct

Slide 5 - Quizvraag

Een ander woord voor 'doel'
A
Functie
B
Conclusie
C
Flexibel
D
Uitvoerbaar

Slide 6 - Quizvraag

Welk begrip hoort hierbij?
A
Vaststellen
B
Controleren
C
Stimuleren
D
Overleggen

Slide 7 - Quizvraag

In het begin was de jongen nog verlegen, daarna niet meer.

'In het begin' kun je vervangen door:
A
Direct
B
Opeens
C
Flexibel
D
Aanvankelijk

Slide 8 - Quizvraag

Ik wacht totdat alle mensen zijn uitgestapt, daarna stap ik in de bus.

Norm of waarde?
A
Norm
B
Waarde

Slide 9 - Quizvraag

Ik wacht tot alle mensen zijn uitgestapt, daarna stap ik in de bus.

Welke waarde hoort hierbij?
A
Trouw
B
Eerlijkheid
C
Beleefdheid
D
Dankbaarheid

Slide 10 - Quizvraag

De werknemer zorgt ervoor dat bestellingen van het restaurant bezorgd worden.

Welk woord hoort hierbij?
A
Theorie
B
Direct
C
Conclusie
D
Functie

Slide 11 - Quizvraag

De moeder [ ... ] haar zoon om meer voor school te doen.
A
Controleert
B
Gebruiken
C
Stimuleert
D
Stelt vast

Slide 12 - Quizvraag

De docent [ ... ] dat de studenten bijna allemaal geslaagd zijn voor het VCA-examen.
A
Stimuleert
B
Stelt vast
C
Gebruikt
D
Overlegt

Slide 13 - Quizvraag

De opdracht was niet [ ... ], want er zat geen goede beschrijving bij.
A
Functie
B
Direct
C
Aanvankelijk
D
Uitvoerbaar

Slide 14 - Quizvraag

In de praktijkles moesten de studenten de opdracht binnen een uur [ ... ].
A
Vaststellen
B
Gebruiken
C
Uitvoeren
D
Overleggen

Slide 15 - Quizvraag

Na de toets kwam de student tot de [ ... ] dat hij beter had moeten leren.
A
Functie
B
Conclusie
C
Theorie
D
Flexibel

Slide 16 - Quizvraag

De werknemer is heel [ ... ], want hij vindt het niet erg om in het weekend te werken.
A
Aanvankelijk
B
Direct
C
Meteen
D
Flexibel

Slide 17 - Quizvraag

Noem 3 dingen die je vandaag geleerd hebt.

Slide 18 - Woordweb

Wat vond je van deze les?
0100

Slide 19 - Poll

Tot de volgende keer!

Slide 20 - Tekstslide