Vergelijkbaar met de basisvaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen = nodig om verschillende taken uit te voeren.
Aandacht volstaat
Slide 3 - Tekstslide
stel je voor dat een AI-model (de machine) een student is die over een nieuw onderwerp moet leren. Bij ongecontroleerd leren studeert deze AI-student volledig op eigen houtje, zonder instructie of uitleg van een docent. Er is nergens aangegeven wat het 'juiste' antwoord moet zijn; de AI-student probeert zelfstandig de kernideeën en patronen uit de studiematerialen te halen. Bij semigecontroleerd leren krijgt de student een beetje hulp van de docent, maar moet nog steeds veel zelf ontdekken. Dit laat zien dat ongecontroleerd leren veel meer werk bevat. Ook het studiemateriaal moet deze student allemaal zelf selecteren.
Een machine kan dus ongecontroleerd of semigestructureerd leren en daarbij gelabelde als ongelabelde data bestuderen.
Dit kan worden toegepast op de gegeven input.
Dankzij google (2017, translate) zijn er aandachtsmechanismes ontwikkeld. die zorgen ervoor dat het systeem begrijpt welke woorden belangrijk zijn in de zin. Hun innovatieve techniek vormt de spil van de taalmodellen. Dit wordt ook wel NLP (natural language processing) genoemd. NLP is een techniek waarmee machines menselijke taal kunnen begrijpen, interpreteren en genereren. Het komt erop neer dat een taalmodel voorspelt wat het volgende woord is.
Gedachtenexperiment
pil 80 - 120 - eeuwig leven
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Alan Turing
Slide 5 - Tekstslide
geboren in Londen, 1912. In de turingtest staat de hoofdvraag centraal: 'kunnen machines denken?' (vijf minuten kunnen praten zonder te beseffen dat je met een machine praat. Dit heeft wetenschappers uitgedaagd om de grenzen van wat mogelijk was te verleggen op het gebied van AI.
Filosoof John Searle bekritiseerde de turingtest met zijn gedachten experiment 'Chinese kamer' (zonder ramen, chinese instructies, persoon kan toch intelligente antwoorden geven, instructies volgen zonder daadwerkelijk begrip van de Chinese taal). Kritiek vanwege de focus op taal en het uitsluiten van context of denkprocessen. Vrij weinig te maken met intelligentie en denken.
Toch heeft de test ervoor gezorgd dat veel wetenschappers stil hebben gestaan bij de vraag wat ons menselijk maakt en AI-ontwerpers geinspireerd om te streven naar AI-systemen die op een meer natuurlijke en menselijke manier interactie hebben.
Mythes
AI benadert menselijke intelligentie.
AI heeft (of ontwikkelt) een bewustzijn.
AI neemt onze banen over.
AI-robots gaan over mensen regeren.
Slide 6 - Tekstslide
1. Het menselijk brein is nog steeds ongeëvenaard in veelzijdigheid en creativiteit. AI-systeem kan met de juiste instructie ideeën met elkaar verbinden, maar echte nieuwe ideeën die breken met de bestaande regels kan het nog niet. De creativiteit van AI is meer een digitaal verlengstuk van het menselijke. Dit is belangrijk om te begrijpen, omdat dit een sleutel is die het onderwijsproces benadrukt.
2. Ondanks de vergelijking met de neurale netwerken van de mens zijn de cognitieve processen niet te repliceren. Het gevaar zit hem in het verkeerd gebruik. Zeker in het onderwijs waar je te maken hebt met kwetsbare kinderen.
3. leerkrachten blijven altijd cruciaal. AI zal meer ter ondersteuning worden ingezet. De docent heeft zicht op de context van het kind en kan alle middelen samen brengen die nodig zijn om het kind zo goed mogelijk te begeleiden. En niet vergeten het sociale contact.
4. Mensheid nogal last van antropomorfisme (het toekennen van menselijke eigenschappen aan dingen en dieren), maar dat maakt een chatbot nog een mens. AI kan niet buiten eigen code treden. Daarnaast kan er regulering plaats vinden d.m.v. wetgeving. Zie de AI-robots vooral als nuttige assistenten. Je kan je meer zorgen maken over mensen die kwaadwillend het systeem inzetten dan cyborgs die de wereld gaan overnemen.