Ch 3 Cours 10 En route 18 02 2025

BONJOUR H3A
BIENVENUE!!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

BONJOUR H3A
BIENVENUE!!

Slide 1 - Tekstslide

Les devoirs
Phrases clés G (page 126) + document prépositions n-f f-n !!!! check!

Slide 2 - Tekstslide

Les buts
- Ik begrijp de vervanging van een lijdend voorwerp in de zin

Slide 3 - Tekstslide

Programme

  • grammaire H
  • révision devoirs

Slide 4 - Tekstslide

bloc H 
grammaire
vervangen van een lijdend voorwerp door een persoonlijkvnw 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

stappenplan
  1. vertaal de zin
  2. wat is de persoonsvorm
  3. wat is het onderwerp
  4. wat is het LV 
  5. vervang het LV 
  6. zet het op de goede plaats

Slide 7 - Tekstslide

stappenplan
1.  vertaal de zin
2. wat is het onderwerp
3. wat is de persoonsvorm
4. wat is het LV
5. vervang het LV
6. zet het op de goede plaats
stappenplan
1. Je regarde la télé - ik kijk tv
2. Je = ik
3. regarde (altijd eerste ww)
4. La télé
5. le, la, l', les --> hier: la
6.  voor de persoonsvorm
Je la regarde
behalve bij een heel ww 
7.  Je vais regarder la télé
Je vais la regarder   !!!!!!

Slide 8 - Tekstslide

résumé 

Ik eet de banaan - ik eet hem
Ik eet de citroen - ik eet hem
Ik hou van een citroen - ik hou ervan
Ik eet de appels - ik eet ze

Ik heb de citroen gegeten - ik heb hem gegeten
Heel ww
!!!! Ik ga bananen eten  - ik ga ze eten

résumé

Je mange la banane - Je la mange
Je mange le citron- je le mange
J'aime le citron - je l'aime
Je mange les pommes - je les mange

J'ai mangé le citron - je l' ai mangé

Heel ww
Je vais manger des bananes - je vais les manger

Slide 9 - Tekstslide

Suite
Bij meerdere werkwoorden in de zin

Tu veux regarder la télé?

Tu as regardé le film?
Suite

Le, la, l', les komt voor heel ww
Tu veux la regarder? Wil jij het kijken?

regardé = geen heel ww, maar voltooid deelw 
Tu l'as regardé? Heb jij het gekeken?

Dus: komt le, la, l', les gewoon voor de persoonsvorm

Slide 10 - Tekstslide

Elle utilise deux voitures tous les jours

Slide 11 - Open vraag

Vous avez mangé un gâteau?

Slide 12 - Open vraag

Pierre et Anne mangent une pomme

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

prépositions (voorzetsels)
in - dans
voor- devant
naast - à côté (de)
links van - à gauche (de)
rechts van - à droite (de)
in het midden van - au milieu (de)
op - sur
onder - sous
bij - chez /à
achter - derrière
tegenover - en face (de)

Slide 15 - Tekstslide

prépositions (voorzetsels)
Antwoorden:
1. devant
2. en face de
3. au milieu de
4. à droite de
5. dans
6. chez
7. sous
8. à côté de
9. sur
10. derrière


Slide 16 - Tekstslide

Hoe vind je het bed?

Slide 17 - Open vraag

Hij is te klein en niet comfortabel

Slide 18 - Open vraag

Het zwembad is naast de ijsbaan

Slide 19 - Open vraag

retour réflexif
Schrijf in het Frans op in één of  zin waarom je voor een bepaald hotel kiest. Noem 2 redenen.
Start met: J'aime beaucoup ....

Slide 20 - Tekstslide

Présente un logement de vacances
1. camping, appartement, maison, hôtel, bâteau....etc
2. cinq informations sur le logement, ses environs (endroits, services, activités, le voyage ( en train/voiture/avion) ...etc
3. Montre des photos
4. Donne ton avis: 3 points positifs et 3 points négatifs

(utilise les phrases clés des chapitre 1 à 3

Slide 21 - Tekstslide

bloc H 
grammaire
vervangen van een lijdend voorwerp door een persoonlijkvnw 

Slide 22 - Tekstslide

Ik hou van de wintersport

Slide 23 - Open vraag

Tegenover het hotel is er een skipiste

Slide 24 - Open vraag

à faire
exercice préposotions

Slide 25 - Tekstslide


Slide 26 - Open vraag

devoirs pour mardi, 18 février
Apprendre:
Phrases clés  G (page 126)
faire: document prépositions

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide