'Must' + Have to/ must/ may

'Must' = Moeten?
' het moet kunnen!' 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

'Must' = Moeten?
' het moet kunnen!' 

Slide 1 - Tekstslide

Moet / Can / May
......bestaat in het Engels alleen in het tegenwoordige tijd. 

 must = moet
I must pass my theory test this time.
can = kan
I can walk to the other side. 
may= mag

Slide 2 - Tekstslide

Bij ander vormen verandert het woord.
must  moet je vervangen door have to:
moeten
ik moest
moeten
ik moest
ik zal moeten
ik zou moeten
ik heb gemoeten

Slide 3 - Tekstslide

Men moet iets doen
Gebruik "make" of "have"
I have to ring home at 4pm
She has to walk the dog
I will make him repay me for the damage he caused

Slide 4 - Tekstslide

can 
moet je vervangen door 'to be able to' 

Slide 5 - Tekstslide

May
moet je vervangen door ' to be able to'  or ' be allowed to' 

Slide 6 - Tekstslide

Modalen: Moeten
Must:


Mustn't:
    
- Persoonlijke noodzaak
- Kan niet anders
- Niet moeten/mogen

Have to:


Don't/Doesn't have to:
    
- Verplicht
- Niet hoeven
Should/ought to:


Shouldn't:


    
- Zou eigenlijk moeten
- Zou eigenlijk niet moeten
Ought to is formeler
Ought to wordt zelden in de negative vorm gebruikt

Slide 7 - Tekstslide



Slide 8 - Tekstslide

when we fly:
We have to go through security.
Sometimes, security makes us take off our shoes.
We are allowed to bring liquids onto the plane.
But security will make you throw away any bottles over 100ml.
Security will let us bring bottles with less than 100ml.

Slide 9 - Tekstslide

Iets is (niet) toegestaan
Gebruik "Let" en "Allow"
My parents will not allow me to go the party this weekend
I will let you borrow my pen
But I will not let you cut my hair
Will you let me explain?
Are we allowed to open our books yet?



Slide 10 - Tekstslide

I think you .... buy that jeans, it looks lovely.
A
must
B
should

Slide 11 - Quizvraag

You ... follow the rules, otherwise you will get a fine.
A
must
B
should

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Link

Can you make an English sentence that says:

-In het Engels zeggen dat iets moet (van jezelf)
-In het Engels zeggen dat iets moet (van een ander)
-In het Engels zeggen dat iets (niet) toegestaan is
-In het Engels zeggen dat iets moet.

Slide 14 - Tekstslide