Straattaal quiz

GM 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

GM 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is straattaal nou
eigenlijk?

Slide 2 - Woordweb

Straattaal:
Het taalgebruik van jongeren in grote meertalige steden die Nederlandse woorden en uitdrukkingen vervormen of vervangen door materiaal uit andere talen zoals bijvoorbeeld het Sranan (Surinaamse taal), Marokkaans (Arabisch en/of Berber) en/of (Amerikaans-) Engels.

Slide 3 - Tekstslide

Ronde 1
We gaan de betekenis van een aantal woorden uit songteksten raden.

Slide 4 - Tekstslide

"Ben met die deim van je"
A
Ik ben met jou dame
B
Ik ben met jou vriend
C
Ik ben met jou vrouw
D
Ik ben met jou meid

Slide 5 - Quizvraag

"Geen rust want die "MO" is vandaag".
A
Geen rust want vandaag is er een "Mooie ollo"
B
Geen rust want vandaag is er iets belangrijks te doen
C
Geen rust want vandaag is Mohammed er.
D
Geen rust want vandaag is er niks te doen

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer is straattaal ontstaan?
A
Eind 20e eeuw
B
Eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000
D
Einde jaren 80

Slide 7 - Quizvraag

Uit welke taal is het woord 'Doekoe' afgeleidt?
A
Antiliaans
B
Surinaams
C
Marrokaans
D
Turks

Slide 8 - Quizvraag

"Ik beef met je peki" - Sevn Alias
A
Ik heb ruzie met je vriendin
B
Ik eet vlees met je vriendin
C
Ik heb ruzie met je vriend
D
Ik heb ruzie met je vrouw

Slide 9 - Quizvraag

"Wat is 100 doezoe cash?" -Lijpe
A
Wat is 10.000 euro contant
B
Wat is 1000 euro contant
C
Wat is 100.000 euro contant
D
Wat is 100.000 euro digitaal

Slide 10 - Quizvraag

bij de volgende vragen is het de bedoeling om de juiste betekenis te zeggen

Slide 11 - Tekstslide

wat betekend het woord:''loesoe?

Slide 12 - Open vraag

wat betekend het woord:''brakka?

Slide 13 - Open vraag

wat betekend het woord:''lit?

Slide 14 - Open vraag

wat betekend het woord:''neileke lik?

Slide 15 - Open vraag

wat betekend het woord:''neileke lik?

Slide 16 - Open vraag

Je moeder is in de straattaal een belediging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekend woord "kaolo"
A
Verdomme
B
Heel goed
C
Kontgat
D
Poepgat

Slide 18 - Quizvraag

EINDE

Slide 19 - Tekstslide