Door de industrialisatie groeide de werkgelegenheid.
Ook in de bouw was volop werk, want in de jaren '50 en '60 werd er volop gebouw om de woningnood te verhelpen (door de oorlog en de babyboom)
Tussen 1946 en 1949 werden er 250.000 meer kinderen geboren dan normaal.
Veel werknemers in de industrie en bouw kwamen uit de landbouw.
Er waren veel minder landarbeiders.
Kleine boerenbedrijfjes verdwenen, terwijl grote boeren hun productie vergrootten met behulp van machines.
Nederland gebruikte de Marshallhulp om o.a. tractoren te kopen.
Zo kwam er meer mechanisering in de landbouw.