Hoofdletters en leestekens niv. 2

Hoofdletters
Interpunctie

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoofdletters
Interpunctie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt op?
op de valreep 200 ton voor clara

in 2016 was big boukje 192 van de familie knoef de eerste nederlandse tweehonderdtonner sneller dan gedacht kreeg ze in eigen stal een opvolger eind augustus liet big clara 123 het leven na een melkproductie van 200.000 kg ze is daarmee de vijfde tweehonderdtonner in nederland
dit maken we ons hele leven niet meer mee jos knoef weet nog goed dat hij dat dacht toen big boukje 192 in 2016 als eerste koe in nederland de grens van 200.000 kg melk passeerde de cashdochter van jos ingrid en ben knoef werd samen met haar eigenaren uitgebreid in het zonnetje gezet naast de boerderij stond een feesttent en ook op de crv koe expo was er aandacht voor de unieke prestatie van big boukje 192 maar sneller dan gedacht kreeg big boukje 192 in eigen stal een opvolger eind augustus passeerde big clara 123 als vijfde koe in nederland de grens van 200.000 kg melk de win 395 dochter liet het leven na een productie van in totaal 200.139 kg melk met 3,78 % vet en 3,53% eiwit goed voor 14.627 kg vet en eiwit maar slingers zijn er niet we zijn er zeker wijs mee maar het voelt iets gewoner dan bij boukje geeft jos knoef aan wellicht ook omdat clara er nu niet meer is ze zou in november zestien worden maar we hadden al tegen elkaar gezegd dat het lastig zou worden voor de koe om dat nog te halen terwijl boukje na het behalen van de 200.000 kg melk nog anderhalf jaar tussen het koppel liep


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt op? https://www.menti.com/alqfooy5q9ob

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen voor vandaag
Aan het einde van deze les:
  • weet ik wanneer er hoofdletters gebruikt worden.
  • weet ik wanneer we punten, komma's, uitroeptekens en     vraagtekens gebruiken.
  • heb ik een mini-verhaal gemaakt waarin alles terugkomt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters
in een zin
Een zin begint met een hoofdletter.

Bijvoorbeeld:
Vandaag is het de laatste dag slecht weer.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters 
bij eigennamen

Alle namen van personen.

Bijvoorbeeld:
Wanneer komen Jarno en Sven?

Iris Hetterscheid

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters bij personennamen en tussenvoegsels



Je schrijft altijd de voornaam én achternaam
met een hoofdletter:

Joris Scholman         Harm-Jan van de Sluis
Eva van Schie            meneer Van de Sluis



mevrouw Van SchieGerieke Frens






Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters bij aardrijkskundige namen


Namen van plaatsen, streken, provincies en landen schrijf je met een hoofdletter. 

Lunteren
Gelderland
de Veluwe

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoorbeeld:
Ik ga met Gerald naar Barneveld.

Gelderland
Middellandse Zeegebied
Friese koek
Nederlandse identiteit


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardrijkskundige namen

Maar ook bijvoorbeeld voor straatnamenbergen, rivieren, woestijnen en zeeën.

de Alpen, de Maas, de Sahara, de Poolster


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Namen van bedrijven, merken, organisaties, evenementen

Rabobank, Fendt,
BBB, LTO
John Deere, Lely Astronaut
Zwarte Cross

Uitzonderingen bij sommige organisaties en bedrijven
iPhone, HEMA, YouTube

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagen en tijd
Feestdagen schrijf je met een hoofdletter
Kerst of Kerstmis, Pasen


Let op!
Afleidingen van feestdagen niet
eerste kerstdag, sinterklaasfeest
Dagen, maanden en seizoenen niet
maandag, januari, zomer, oktober

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de hoofdletters goed?
A
mevrouw A. van Beek
B
mevrouw A. van beek
C
mevrouw Van Beek
D
mevrouw van Beek

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke is juist?
A
mercedes
B
Mercedes

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters: goed of fout?
Zuid-Hollandse
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke is juist?

koningsdag
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Kermis staat van Woensdag tot Zaterdag op het Stationsplein.
A
hoofdletters staan allemaal goed
B
1 hoofdletter staat goed
C
2 hoofdletters staan goed
D
3 hoofdletters staan goed

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leestekens
  • Punten
  • Komma's
  • Vraagteken 
  • Uitroepteken

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen:
• Je weet dat hele zinnen beginnen met een hoofdletter.
• Je kent de regels voor hoofdletters in eigennamen en aardrijkskundige namen.
• Je kunt de regels toepassen in eenvoudige situaties.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruik leestekens en hoofdletters?

  • Dan weet je precies waar de zin begint en eindigt

  • Je weet waar je de nadruk moet leggen of een leespauze moet inlassen.

  • Zodat je de zinnen makkelijker kunt lezen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het vraagteken
  • Aan het eind van een vraag:

Wanneer gebruiken we een vraagteken?

Wat wil jij eten?


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het uitroepteken
  • Na een bevel: Lig!

  • Na een uitroep: Auw!

  • Na een oproep: Kom vandaag naar het stembureau!



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De punt
  • Aan het einde van elke zin.

  • Bij afkortingen als m.b.v. of t.a.v. of dr..

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De komma
Een komma is een rustpunt in de zin, het zorgt ervoor dat je de zin makkelijker kunt lezen en zorgt voor meer tekstbegrip.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar komma's plaatsen?
  • Bij een opsomming:


  • Ik kocht bij de bakker twee broden, een rijstevlaai en vijf harde broodjes.
  • Wij hebben Joep, Piet, Bram en Esther gesproken.

  • Voor een voegwoord: omdat, doordat, zoals, terwijl, aangezien, want en maar.
    Ik kan niet naar het feest, omdat ik dan op vakantie ben.
    Je kunt ook wandelen, zoals Kees ook doet.


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de opdracht
Kijk bij Its onder 2VP Nederlands, periode 4

Kies 1 plaatje waar je een verhaal bij maakt.

Vul in of je de doelen hebt behaald

Bedankt!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Jouw verhaal!
Je kiest één van de foto’s uit waar jij jouw verhaaltje bij schrijft.
Jouw verhaal is minimaal 10 zinnen lang en vergeet de titel niet!
Je gebruikt: een naam, een aardrijkskundige naam, een komma en je maakt een keuze uit een vraagteken of een uitroepteken.
Succes!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

https://exitticket.nl/ticket/roivhfu5

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les:
Laat je verhaal door iemand lezen in de klas:

* die je goed kent
* die hetzelfde vakgebied heeft
* die een ander vakgebied heeft

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies