Bloedsomloop
1 / 20
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de antwoorden naar de juiste plek
Centraal zenuwstelsel
Zenuwen
Slide 2 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
De hersenen horen bij....
A
Centrale zenuwstelsel
B
Zenuwen
C
Perifere zenuwstelsel
D
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
spieren bewegen mijn ...?
A
gewrichten
B
botten
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Het hart zorgt ervoor dat het bloed stroomt. Het hart is een grote spier. Er zijn twee verschillende bloedsomlopen.
- de kleine bloedsomloop
- en de grote bloedsomloop
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Klik op het geluid icoontje
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Laat de studenten de bloedsomloop tekenen in 7 minuten. Ze moeten daarna dit laten zien. De pijlen moeten zichtbaar zijn.
Slide 12 - Tekstslide
juiste volgorde van pijlen
Geeft koolstofdioxide aan de longen
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat voor bloedsomloop heeft de mens?
A
Open bloedsomloop
B
Enkele bloedsomloop
C
Dubbele bloedsomloop
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Met de bloeddruk meet je de druk in de aders. Zowel een hoge bloeddruk als een lage bloeddruk kunnen een symptoom zijn voor afwijking in het menselijk lichaam.
Bij een te hoge bloeddruk is het hart te veel belast. Dit kan leiden tot hartfalen: het hart moet harder werken dan goed is. Ook andere hartziektes, zoals ritmestoornissen en een hartinfarct kunnen het gevolg zijn van hoge bloeddruk.
Een te lage bloeddruk is ook niet goed. De weefsels van het lichaam krijgen in dat geval niet genoeg zuurtstof en werken niet goed. Een client kan duizelig zijn of vermoeid. De bloeddruk wordt gemeten met een band om de arm van de client. Een helpende mag de bloeddruk niet op te meten.
In het tabel kun je zien of een te hoge of lage bloeddruk hebt.
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Iemand heeft een bloeddruk van 150/90, deze persoon heeft een...
A
Hoge bloeddruk
B
Gezonde bloeddruk
C
Lage bloeddruk
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Video
Ademhalingsorganen en hun functie filmpje
Slide 20 - Tekstslide
zijn er vragen?
