Markeer woorden en zinnen in vragen en teksten die je belangrijk vindt of die je helpen om het juiste antwoord te geven.
Slide 10 - Tekstslide
Stap 5
Geef bij elke vraag antwoord.
Als je geen antwoord geeft, krijg je zeker geen scorepunten. Controleer je antwoord door jezelf af te vragen: Geeft mijn antwoord duidelijk antwoord op de vraag die wordt gesteld? En begrijpt iemand anders het antwoord?
Slide 11 - Tekstslide
Stap 6
Controleer je werk:
Heb je alle vragen beantwoord?
Heb je alle punten van de schrijfopdracht verwerkt?
Heb je spelling, zinsbouw, interpunctie en conventies gecontroleerd bij je schrijfopdracht?
Is je handschrift goed te lezen?
Slide 12 - Tekstslide
Hoelang duurt het examen?
A
120 minuten
B
140 minuten
C
100 minuten
D
90 minuten
Slide 13 - Quizvraag
Welke teksten moet je in je examen kunnen schrijven?
A
brief, e-mail, opstel
B
brief, e-mail, artikel
C
brief, verhaal, opstel
D
brief, verhaal, artikel
Slide 14 - Quizvraag
Wat doe je als je op je examen een moeilijk woord tegenkomt?
Slide 15 - Open vraag
Wat is NIET toegestaan bij het examen?
A
woordenboek
B
pennen
C
markeerstiften
D
Tipp-Ex
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Video
Welk onderdeel van het examen Nederlands lijkt je het makkelijkst?
Slide 18 - Open vraag
Hoe ga je je voorbereiden op het examen Nederlands?