Politiek Deel 2 Herhaling BBL

Politiek deel 2 herhaling 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Politiek deel 2 herhaling 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Waaraan geeft een commissaris van de Koning leiding?
A
aan de hoofdstad
B
aan een gemeente met meer dan 100.000 inwoners
C
aan een groep van 10 gemeenten
D
aan een provincie

Slide 6 - Quizvraag

Nederland heeft....provincies.
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 7 - Quizvraag

De Provinciale Staten verkiezingen zijn om de ....jaar.
A
3
B
4
C
6
D
8

Slide 8 - Quizvraag

De Tweede Kamer van de provincie noemen we...
A
Gedeputeerde Staten
B
Provinciale Staten
C
Commisaris van de Koning
D
B&W

Slide 9 - Quizvraag

Het dagelijks bestuur van de provincie is....
A
Provinciale Staten
B
Gedeputeerde Staten

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

De provincie heeft verschillende taken, zoals het zorgen voor de veiligheid. Noem een andere taak van de provincie.

Slide 12 - Open vraag

De gemeenteraad wordt eens in de....jaar gekozen.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 13 - Quizvraag

Wethouders worden gekozen door...
A
De coalitie van de gemeente
B
De oppositie van de gemeente
C
De regering

Slide 14 - Quizvraag

B&W staat voor...

Slide 15 - Open vraag

Bedenkt wat er moet gebeuren
Controleeert hoe het is uitgevoerd
Voert de plannen uit

Slide 16 - Sleepvraag

Burgemeester en wethouders
Gemeenteraad
Rechtbank

Slide 17 - Sleepvraag

17. Een gemeente heeft gekozen volksvertegenwoordigers.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

18. Een gemeente heeft een dagelijks bestuur dat bestaat uit de
gemeenteraad en de burgemeester.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Koning
Burgemeester
Parlement
Commissaris van de Koning
college van burgemeester en wethouders 
Provinciale Staten
Ministers 

Slide 20 - Sleepvraag

EGKS staat voor...

Slide 21 - Open vraag

Noem twee redenen waarom de EGKS is opgericht?

Slide 22 - Open vraag

In 1992 werden twee belangrijke punten afgesproken. Welke hoort er niet bij?
A
Vrij verkeer van goederen en diensten
B
De invoering van de Euro
C
Alle landen zijn welkom in de EU
D
Een groot Europees leger

Slide 23 - Quizvraag

EGKS
EG
EU
Brexit

Slide 24 - Sleepvraag

De EU landen werken veel samen. Wat is geen voorbeeld van samenwerking?
A
Eerlijke concurrentie
B
Gezamenlijk werken aan het milieu
C
Vrij verkeer van goederen
D
Europese leger

Slide 25 - Quizvraag

Dagelijks bestuur van de EU
Voert wetten uit
Eurocommissaris
Controleert of of de lidstaten zich aan de wet houden
Elke vijf jaar gekozen
Beslist mee met wetgeving/ controleert EC
751 leden

Slide 26 - Sleepvraag

Dagelijks bestuur van de EU
A
Europees Parlement
B
Europese Commissie
C
Raad van Europese Unie
D
Europese Raad

Slide 27 - Quizvraag

Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Wens wordt politiek probleem
Bedenken van oplossingen van het probleem
Besluit nemen
Besluit uitvoeren

Slide 28 - Sleepvraag

Noem vier manieren hoe je politiek kan beïnvloeden.

Slide 29 - Open vraag

Wat is een referendum?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Pressiegroepen kunnen op verschillende manieren proberen hun doel te bereiken.

Wat voor manier herken je in foto 3?
A
Het inschakelen van de rechter.
B
Het lobbyen bij invloedrijke personen.
C
Het overleggen in adviesorganen.
D
Het voeren van openlijke actie.

Slide 32 - Quizvraag

Noem een voordeel van een referendum.

Slide 33 - Open vraag

Noem een nadeel van een referendum.

Slide 34 - Open vraag

Volgende les
Examentraining
Criminaliteit + Politiek

Slide 35 - Tekstslide