3.2 Zweten en zwoegen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

3.2 

Zwoegen en zweten

Leerdoelen 3.2

Je kunt uitleggen hoe de komst van de industrie zorgde voor urbanisatie (verstedelijking).

Je kunt uitleggen hoe in de 19e eeuw de werkomstandigheden waren van de arbeiders.

Je kunt een aantal problemen benoemen die ontstonden door de slechte leefomstandigheden van arbeiders.

Voor de industriële revolutie woonden en werkten de meeste mensen op het platteland.

Arme boeren maakten thuis stoffen om aan inkomsten te komen.

Door de uitvinding van de stoommachine ontstond er de industriële revolutie.

Gevolgen:

-Komst van fabrieken

-Groei van steden = urbanisatie

-slechte werk- en leefomstandigheden voor de arbeiders

arbeiderswoningen

industrie

werken als arbeider

-werkdagen van  12 tot 16 uur en minimaal 6 dagen per week

- in de fabriek ongezonde lucht, veel lawaai en gevaarlijk

-veel kinderarbeid, omdat die goedkoper en gehoorzamer waren

Woonsituatie arbeiders

-kleine donkere onhygiënische huizen

-vaak meerdere gezinnen in 1 woning

-geen stromend water of riolering

-weinig toegang tot schoon drinkwater

-veel ziektes zoals tyfus, cholera, tuberculose