Arbeidsverdeling = iedereen doet zijn of haar eigen werk (taken)
Kun jij een voorbeeld noemen van arbeidsverdeling op school?
Leraren geven les, conciërges ruimen op
Waarom is arbeidsverdeling belangrijk?
Je werkt efficiënter!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvmbo gLeerjaar 2
In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Arbeidsverdeling
Arbeidsverdeling = iedereen doet zijn of haar eigen werk (taken)
Kun jij een voorbeeld noemen van arbeidsverdeling op school?
Leraren geven les, conciërges ruimen op
Waarom is arbeidsverdeling belangrijk?
Je werkt efficiënter!
Slide 1 - Tekstslide
Vast, tijdelijk of flexibele?
Een vaste baan: een baan voor onbepaalde tijd Een tijdelijke baan: een baan voor bepaalde tijd
Een flexibele baan: uitzendkrachten of oproepkrachten
Slide 2 - Tekstslide
Minimumloon
Het wettelijk minimumloon dat een werkgever tenminste moet betalen aan werknemers vanaf 23 jaar.
Onder 23 jaar geldt het minimumjeugdloon.
Slide 3 - Tekstslide
werkloos
Werkloos ben je als je geen werk hebt, maar wel graag wil werken.
je word meegeteld als werkloze als je:
tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd bent.
geen baan hebt.
actief opzoek bent naar weerk.
Slide 4 - Tekstslide
ontslag
Ontslag is:
Het beëindigen van je arbeidsovereenkomst.
(ook wel: dat je er zelf voor kiest om te stoppen met je baan).
Ontslag kun je krijgen:
als je wekgever geen werk meer heeft voor je.
Je kan ontslag nemen:
Als je een andere baan wilt.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
UWV
UWV is : Het UWV kijkt of je recht hebt op een WW- uitkering, de UWV helpt je met het zoeken van een nieuwe baan.
Slide 7 - Tekstslide
Technologische ontwikkelingen
Technologische ontwikkelingen hebben invloed op de productiecapaciteit.
Productietechnieken en en machines worden steeds beter, het productieproces wordt steeds kapitaalintensiever.
Slide 8 - Tekstslide
Voltijd- of deeltijdbaan
Voltijdbaan (fulltime) = 36 tot 40 uur werken per week
Deeltijdbaan(parttime) = minder dan 36 uur werken per week
Meneer Horsch werkt twee dagen op Graaf Huyn. Werkt hij fulltime of parttime?
Amal werkt in een week 4 dagen x 8 uur in de supermarkt. Werkt zij fulltime of parttime?
Slide 9 - Tekstslide
Terugblik (2)
Stel er zijn 120.000 scholieren. Hoeveel scholieren werken in de horeca?
Slide 10 - Tekstslide
CAO
Collectieve arbeidsovereenkomst:
afspraken tussen werkgever en vakbonden over de arbeidsvoorwaarden van een grote groep werknemers (van een bepaalde bedrijfstak).
Slide 11 - Tekstslide
Arbowet
De werkgever moet ervoor zorgen dat werknemers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden.
ARBO: ARBeidsOmstandigheden
Slide 12 - Tekstslide
Arbeidstijdenwet
Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden:
Hoeveel uur je mag werken per dag en hoeveel pauze je dan moet krijgen.
Hoeveel nachtdiensten of ploegendiensten je mag draaien.
Het verlof voor zorgtaken: zwangerschapsverlof of ouderschapsverlof.
Er is een speciale arbeidstijdenwet voor jongeren:
Schooltijd telt als werktijd.
Beperkt aantal uren in de avond en het weekend.
Regels veranderen per jaar dat je ouder wordt.
Slide 13 - Tekstslide
Welk loon krijg je op je bankrekening gestort?
A
brutoloon
B
nettoloon
Slide 14 - Quizvraag
Bereken het nettoloon: Brutoloon: €3.000, Loonbelasting: €800, sociale premies: €150.
A
€3.950
B
€2.200
C
€2.050
D
€1.950
Slide 15 - Quizvraag
Dit is een overeenkomst tussen werkgever en werknemer.
A
CAO
B
Arbeidsovereenkomst
C
Flexwerk
D
Arbeidsvoorwaarden
Slide 16 - Quizvraag
Wat houdt een voltijdbaan in?
A
Je werkt het volledige aantal uren.
B
Je werkt minder dan het volledige aantal uren.
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveel uur in de week werk je minimaal als je een voltijdbaan hebt?
A
34
B
36
C
38
D
40
Slide 18 - Quizvraag
Werk je maar een deel van de 36 uur, dan is het een......
A
voltijdbaan
B
baan op oproepbasis
C
deeltijdbaan
D
onbetaalde baan
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een manager
A
Werknemer
B
Werkgever
Slide 20 - Quizvraag
§ 4.3 In een arbeidsovereenkomst staan
A
rechten werknemer & plichten werkgever
B
rechten werkgever & plichten werknemer
C
rechten & plichten werkgever & werknemer
D
afspraken over loon & werktijden
Slide 21 - Quizvraag
Tijd waar je zelf of je werkgever zomaar het contract mag opzeggen
A
probeertijd
B
flextijd
C
proeftijd
D
opzegtermijn
Slide 22 - Quizvraag
Welk begrip wordt hier beschreven? "Een afgesproken periode waarin je een arbeidsovereenkomst kunt opzeggen zonder dat daar een ontslagvergunning voor nodig is."
A
Proeftijd
B
Arbeidsovereenkomst
C
Cao
D
Opzegtermijn
Slide 23 - Quizvraag
Deze wet regelt de werk- en rusttijden
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet
Slide 24 - Quizvraag
De beroepsbevolking in Nederland bestaat uit ongeveer 7, 8 miljoen mensen. 4,7% hiervan is werkloos. Hoeveel mensen zijn werkloos?
A
36.600 mensen
B
366.600 mensen
C
7.433.400 mensen
D
743.340 mensen
Slide 25 - Quizvraag
Welke sociale zekerheid ontvang je als je werkloos bent geworden?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
ZW
Slide 26 - Quizvraag
Proeftijd en opzegtermijn zijn twee verschillende dingen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quizvraag
Wat bedoelt men met een opzegtermijn?
A
Tijdens het opzegtermijn mag je je baan opzeggen.
B
Dit is de periode die je nog moet uitwerken na opzeggen van je baan.
C
In deze periode mag je je mening vertellen over je baan.
Slide 28 - Quizvraag
Wat is een juiste volledige omschrijving van het UWV Werkbedrijf?
A
Het UWV werkbedrijf adviseert bedrijven.
B
Het UWV Werkbedrijf verstrekt uitkeringen.
C
Het UWV Werkbedrijf helpt mensen bij het vinden van een baan. Als het niet lukt om een baan te vinden kan men een uitkering aanvragen .
D
Het UWV werkbedrijf neemt mensen in dienst die zelf geen werk kunnen vinden.
Slide 29 - Quizvraag
Door technologische ontwikkelingen neemt de productie af
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Deze wet regelt de werk- en rusttijden
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet
Slide 31 - Quizvraag
Bereken het nettoloon: Brutoloon: €3.000, Loonbelasting: €800, sociale premies: €150.