In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Bas 1 Het zintuigenstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Theorie (10 min)
Aantekening
Quizvragen
Opdrachten/huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Inleiding
Als het koud is, ga je rillen en krijg je kippenvel. Als je tegen de zon in kijkt, doe je vanzelf je ogen een beetje dicht. Je lichaam reageert op de veranderingen in je omgeving.
Slide 4 - Tekstslide
Zintuigen en hun prikkels
Zintuigen zetten prikkels
om in impulsen.
Een impuls is een elektrisch stroompje door een zenuw
impulsen gaan door het zenuwstelsel
Slide 5 - Tekstslide
Adequate prikkels: prikkel voor specifieke zintuigcel
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Wanneer ontstaan impulsen?
Alleen als een prikkel sterk genoeg is.
Drempelwaarde = de laagste prikkelsterkte waarbij een impuls ontstaat, je huid heeft een lage drempelwaarde voor aanraking.
Slide 8 - Tekstslide
Waarnemingen
De drempelwaarde voor een prikkel is niet altijd even hoog. Je waarneming wordt op drie manieren beïnvloed:
Gewenning
Motivatie
De hersenen verwerken niet alle waarnemingen even snel.
Slide 9 - Tekstslide
Huiswerk
Lees basisstof 1 (blz 178 t/m 181)
Maak opdracht 1, t/m 6
Slide 10 - Tekstslide
Aantekening
Adequate prikkel: een zintuigcel is gevoelig voor één bepaalde prikkel.
Drempelwaarde: de laagste prikkelsterkte waarbij een impuls ontstaat.
Waarneming: wordt beïnvloed door gewenning, motivatie en snelheid van de verwerking in de hersenen.