Week 4: 2.7 sollicitatiebrief

Sollicitatiebrief 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Sollicitatiebrief 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is jouw motivatie voor je werk/stage?

Slide 3 - Woordweb

Planning
- Korte uitleg sollicitatie-/motivatiebrief
- Opdracht sollicitatiebrief
- Afsluiten

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog over de sollicitatiebrief?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Jouw motivatie
Vormt de kern van de sollicitatiebrief.
Alinea 2 en 3 vormen (vaak) de kern van de brief.

Slide 9 - Tekstslide

Opbouw sollicitatiebrief

Alinea 1: Aanleiding
Waar/ wanneer heb je de vacature gezien
Wat is de functie waar je naar solliciteert

Alinea 2: Geschiktheid
Wie ben jij?
Waarom ben je geschikt voor deze baan?
Welke eigenschappen heb jij waardoor je geschikt bent voor deze baan?

Alinea 3: Motivatie
Waarom wil je deze baan? Waarom wil je bij deze werkgever werken
Geef argumenten waarom je deze baan wilt

Alinea 4: Afronding
Verzoek om uitnodiging voor een gesprek

Slide 10 - Tekstslide

'Graag zou ik wat dieper in willen gaan op mijn motivatie in een gesprek.'
Zet je in de/het:
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste aanhef voor een motivatiebrief?
A
Hoi,
B
Beste meneer Jansma,
C
Hallo meneer Jansma,
D
Goedemorgen,

Slide 12 - Quizvraag

Waarin komt je motivatie naar voren?
A
je brief of mail
B
je cv

Slide 13 - Quizvraag

In welk deel van je brief leg je uit wat je motivatie is?
A
In de inleiding
B
In de kern
C
In het slot

Slide 14 - Quizvraag

Bij jouw motivatie geef je aan:
A
welke kwaliteiten jij bezit
B
welke talen jij beheerst
C
waarom de stageplaats goed bij jou past
D
waarom jij geschikt bent voor deze stageplaats

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag
1. NuNederlands
2F Hoofdstuk 2.6 (schrijven) en maak opdracht 1, 2 en 3
3F Hoofdstuk 2.7 (schrijven) en maak opdracht 3, 4 en 6 

Slide 16 - Tekstslide

Open om te beginnen een tekstdocument.
Noteer een van jouw hobby’s of interesses die misschien voordelen heeft voor jouw beroepsrichting. Zet daar één of meer bijbehorende eigenschappen achter (zie de lijst met eigenschappen en vaardigheden hiernaast). Je mag ook kiezen uit de trefwoorden.
Schrijf een motivatie waarin jij een werkgever duidelijk maakt welke voordelen je hobby of interesse kan hebben in jouw beroepsrichting. Gebruik ongeveer 50 woorden.
→ Sla je werk op onder een duidelijke bestandsnaam op een handige plek. Overleg eventueel met je docent over de juiste bestandsnaam. Je hebt je motivaties weer nodig bij opdracht 5.
Open om te beginnen een tekstdocument.

Noteer een van jouw hobby’s of interesses die misschien voordelen heeft voor jouw beroepsrichting. Zet daar één of meer bijbehorende eigenschappen achter (zie de lijst met eigenschappen en vaardigheden hiernaast). Je mag ook kiezen uit de trefwoorden.

Schrijf een motivatie waarin jij een werkgever duidelijk maakt welke voordelen je hobby of interesse kan hebben in jouw beroepsrichting. Gebruik ongeveer 50 woorden.
→ Sla je werk op onder een duidelijke bestandsnaam op een handige plek. Overleg eventueel met je docent over de juiste bestandsnaam. Je hebt je motivaties weer nodig bij opdracht 5.

Slide 17 - Tekstslide