MYP2 I maandag 18 september
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Ik heb, dit weekend, Nederlands gesproken met/bij:
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Veel woorden in het Nederlands komen uit een andere taal, hoe heten deze woorden?
A
Uitleenwoorden
B
Leenwoorden
C
Hergebruikte woorden
D
Steelwoorden
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Taal
Wat is een ander woord voor
nonsens?
Wat is een ander woord voor
nonsens?
A
een mop
B
de waarheid
C
een wonder
D
de onzin
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom heet Nederland Nederland?
A
Het land ligt laag.
B
Het land ligt aan zee.
Slide 6 - Quizvraag
Antwoord: A Het land ligt laag.
Hoeveel provincies heeft Nederland?
A
10
B
12
C
11
D
13
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de jongste provincie van Nederland?
A
Zeeland
B
Friesland
C
Flevoland
D
Legoland
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De broer van mijn vader is mijn
A
neef
B
nicht
C
broer
D
oom
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De man van mijn zus is mijn
A
schoonbroer
B
zwager
C
neef
D
vader
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sibling
A
Brus
B
Zoer
C
bestaat niet in Nederlands
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
De NIET zo ideale school?
Slide 16 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
