Les jours de la semaine et les heures

Les jours de la semaine et les heures
- Je kunt dag en tijd benoemen in het Frans
- Je hebt geoefend met de getallen 

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les jours de la semaine et les heures
- Je kunt dag en tijd benoemen in het Frans
- Je hebt geoefend met de getallen 

Slide 1 - Tekstslide

Les jours de la semaine
  • Le jour = de dag
  • Le matin = de ochtend
  • L'après-midi = de middag
  • Le soir = de avond
  • La nuit = de nacht
  • Le week-end = het weekend

Volgende dia: misschien kinderachtig,
maar wel goed om te stampen!            

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden:

Slide 8 - Tekstslide

+half

   Il est une heure  et demie
   Il est deux heures et demie
   Il est trois heures et demie
   etc.
Il est huit heures et demie

Slide 9 - Tekstslide

kwart over

   Il est une heure  et quart
   Il est deux heures et quart
   Il est trois heures et quart
   etc.

Slide 10 - Tekstslide

kwart voor

   Il est une heure  moins le quart
   Il est deux heures moins le quart        
   Il est trois heures moins le quart
   etc.

Slide 11 - Tekstslide

5/10/20 over 

   Il est une heure cinq
   Il est deux heures dix
   Il est trois heures vingt
   etc.


Slide 12 - Tekstslide

5/10/20 voor 

   Il est une heure moins cinq
   Il est deux heures moins dix
   Il est trois heuremoins vingt
   etc.


Slide 13 - Tekstslide

Dus
Het is ....
  Il est ....
   twaalf uur 's middags
   twaalf uur 's nachts
   half een 's nachts 
   kwart over twee 
   half twee 
   kwart voor twee 
   tien over twee 
   tien voor twee
     midi
     minuit
     minuit et demi
     deux heures et quart
     une heure et demie
     deux heures moins le quart
     deux heures dix
     deux heures moins dix

Slide 14 - Tekstslide

Nog meer voorbeelden:

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Nu jij:

Slide 24 - Tekstslide

Vertaal:
Het is kwart over 12 's middags.
(Denk aan de punt.)

Slide 25 - Open vraag


Het is 12 uur 's nachts.

Slide 26 - Open vraag


Het is half een 's nachts.

Slide 27 - Open vraag


Het kwart voor drie.

Slide 28 - Open vraag


Het is half twee.

Slide 29 - Open vraag


Het kwart over drie.

Slide 30 - Open vraag

Sleep!

08:00
11:00
12:15
13:30
17:30
18:00
Nous déjeunons à la cantine
à midi et quart.
Nous entrons au collège
à huit heures.
Il est une heure et demie,
nous sommes au CDI.
Nous avons cours d'anglais
à onze heures.
Nous jouons au ping-pong
à cinq heures et demie.
Nous faisons nos devoirs
à six heures.

Slide 31 - Sleepvraag


Meerdere antwoorden mogelijk
A
Il est douze heures.
B
Il est midi.
C
Il est deux heures.
D
Il est minuit.

Slide 32 - Quizvraag



Het is 12 uur 's middags.
A
Il est minuit.
B
Il est midi.
C
Il est vingt-quatre heures.
D
Il est douze heures.

Slide 33 - Quizvraag



Het is 12 uur 's nachts.
A
Il est douze heures.
B
Il est minuit heures.
C
Il est minuit.
D
Il est nuit.

Slide 34 - Quizvraag


Il est huit heures et quart.
A
Het is 8 uur.
B
Het is 10 over 8.
C
Het is kwart over 8.
D
Het is kwart voor 8.

Slide 35 - Quizvraag


Il est cinq heures et demie.
A
Het is half 5.
B
Het is 5 uur.
C
Het is kwart over 5.
D
Het is half 6.

Slide 36 - Quizvraag


Welke tijd is het vroegst?
A
Sept heures dix.
B
Sept heures moins cinq.
C
Sept heures vingt.
D
Sept heures.

Slide 37 - Quizvraag


Il est trois heures moins 20.
A
Het is 20 over drie.
B
Het is tien voor half 4.
C
Het is 10 over half 3.
D
Het is tien over half 4.

Slide 38 - Quizvraag


Welke tijd is correct gespeld?
A
Il est trois heure et demie.
B
Il est trois heures et demi.
C
Il est trois heures et demie.
D
Il est trois heurs et demie.

Slide 39 - Quizvraag

Zet de tijden van vroeg naar laat:
(sleep blauw over rood)
deux heures moins dix
deux heures vingt
deux heures moins le quart
deux heures et demie
deux heures cinq

Slide 40 - Sleepvraag

Spreek- en luisteropdracht:


Bij de volgende stap krijg je een spreek- en luisteropdracht. Als je op de klokken gaat staan hoor je de uitspraak, daarna klik je rechtsboven op 'Speaking challenge' (bovenaan klik je op het 'play'tekentje, je kunt het doen met- of zonder microfoon) en 'Listening challenge'. Ga door tot het goed gaat.


Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Link

Slide 43 - Tekstslide