4.1 Energie in Nederland

Energie in Nederland
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Energie in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Wat is energie?
Hoe komt energie voor in ons dagelijks leven?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe komt energie voor in ons
dagelijks leven?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Energie is het vermogen om dingen in beweging te zetten

bijvoorbeeld:
Eten --> Geeft je lichaam energie
Benzine --> Laat een auto rijden
CV-ketel --> warmte in huis

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Weet jij wat sluipverbruik is?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Hoe komt de elektriciteit 
in ons huis?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Nederlandse energie is vooral afhankelijk van...
A
Fossiele brandstoffen
B
Windkracht
C
Kernenergie
D
Zonne-energie

Slide 16 - Quizvraag

Voor het opwekken van energie gebruikt Nederland het meest?
A
aardolie
B
steenkool
C
bruinkool
D
aardgas

Slide 17 - Quizvraag

Energiebronnen voor Nederland en de wereld. 
Wat valt jullie op?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Primaire energiebronnen
Bij verbranding komt er gelijk energie vrij.

Voorbeelden:
steenkool, bruinkool, aardolie, aardgas, uranium, water, zonnestraling

Steenkool is een voorbeeld van een primaire energiebron. De steenkool wordt bijvoorbeeld verbrandt om elektriciteit op te wekken.

Slide 20 - Tekstslide

Secundaire energiebronnen
Energiebronnen moet je nog verwerken voordat je er energie mee kan opwekken.

Voorbeelden:
  • elektriciteit: uit aardgas, kernenergie, kolen
  • Brandstoffen benzine, diesel en kerosine: uit aardolie
In een thermische centrale wordt elektriciteit (secundaire energie) opgewekt door middel van kolen (primaire energie) 

Slide 21 - Tekstslide

Uitputbare energiebronnen
Energiebronnen die op kunnen raken

Voorbeelden:
steenkool, bruinkool, aardolie, aardgas, uranium,
Aardgas wordt in Nederland uit de grond gehaald. Het ontstaan van aardgas kost miljoenen jaren. Wanneer je dit uit de grond haalt kan het dus opraken.

Slide 22 - Tekstslide

Onuitputbare energiebronnen
Energiebronnen die niet op raken

Voorbeelden:
Zonnestraling, wind, aardwarmte, waterkracht

Als je het hebt gebruikt blijft het bestaan: duurzaam
Zonnepanelen halen hun energie uit de zon. De zon blijft bestaan en raakt dus niet op zoals bij steenkool, aardolie of aardgas wel gebeurt. 

Slide 23 - Tekstslide

Neemt het energiegebruik in Nederland toe of neemt het af?
Leg uit waarom je dat denkt....

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Toename energiegebruik
Er wordt steeds meer energie gebruikt.

  1. Groeiende wereldbevolking
  2. Groeiende welvaart

De meeste energie die wordt gebruikt zijn uitputbare energiebronnen!


Er wordt meer energie verbruikt terwijl de voorraden energie langzaam opraken. Er moet gezocht worden naar andere manieren om energie op te wekken.

Slide 26 - Tekstslide

Uitputbaar of duurzaam?
Steenkool = ?
Zon = ?
Wind = ?
Bruinkool = ?
Olie = ?
Aardwarmte = ?
Aardgas = ?
Waterkracht = ?
Getijdencentrale = ?
Biobrandstof = ?
Uranium = ?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Link





Samen lezen: 
4.1 Energiebronnen (blz 52/53)

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lees 4.1: Energiebronnen
  • Maak opdracht 1, 2bc, 4abde  van paragraaf 4.1.
Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen of in tweetallen en op fluistertoon.
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.

Slide 33 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?
Je kunt ze klassikaal stellen
Je kunt mij mailen; mij@st-maartenscollege.nl
Je kunt me altijd opzoeken op school; 
aanwezig op maandag t/m vrijdag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Leerdoelen
Na deze les weet je welke fossiele brandstoffen Nederland het meest gebruikt
Je kunt na deze les beredeneren waarom het energiegebruik zal toenemen.

Slide 37 - Tekstslide