In deze les zitten 48 slides, met tekstslides en 9 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema 1
Verbranding en ademhaling
Slide 1 - Tekstslide
Basisstof 1
- Je kunt uitleggen dat planten bij de fotosynthese energie vastleggen in glucose
- Je kunt uitleggen dat bij de afbraak van glucose energie vrijkomt
Slide 2 - Tekstslide
Stofwisseling
Stoffen omzetten in andere stoffen
Fotosynthese (maken van glucose)
Verbranding (Afbraak van glucose)
Slide 3 - Tekstslide
Stofwisseling bij mensen & dieren
- in ALLE organismen vind stofwisseling plaats
-beweging, warm blijven, groei en herstel
Wat zou er gebeuren als je stofwisseling stopte?
Stofwisseling is nodig om in leven te blijven. zonder stofwisseling ga je dood. Het kan zijn dat een deel van je stofwisseling niet werkt, dan heb je een stofwisselingsziekte. Dit komt vooral voor bij kinderen omdat je er niet oud mee wordt.
voorbeelden zijn diabetes en taaislijmziekte
Slide 4 - Tekstslide
Fotosynthese
Plant heeft (zon)licht nodig voor fotosynthese
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrels
Foto= licht synthese= maken
Slide 5 - Tekstslide
Verbranding
Slide 6 - Tekstslide
Afbraak
-Glucose wordt afgebroken om energie vrij te maken
-De afbraak gebeurd in de mitochondriën
Mitochondriën zijn celorganellen die voorkomen in zowel plantaardige als dierlijke cellen.
mitochondriën = energiefabriekjes
Slide 7 - Tekstslide
mitochondriën
cellen die veel energie nodig hebben, hebben meer mitochondriën.
De afbraak van glucose vindt plaats in mitochondriën
Slide 8 - Tekstslide
Warmbloedig
Wat houdt dat in?
En koudbloedig?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Basisstof 2
- Je kunt het verband uitleggen tussen verbranding in cellen en lichamelijke activiteit
- Je weet dat bij verbranding zuurstof wordt verbruikt en koolstofdioxide ontstaat
Slide 11 - Tekstslide
Koudbloedig
Lichaamstemperatuur wisselend
Gelijk aan omgevingstemperatuur
Hoe hoger hoe meer verbranding
Winterslaap: Lage stofwisseling weinig energie en zuurstof nodig.
Warmbloedig
Lichaamstemperatuur altijd constant
In de winter veel energie nodig om warm te blijven
Verschillende tactieken
Slide 12 - Tekstslide
Verbranding in cel
Mitochondriën
Brandstof
Verbrandingsproducten
Energie
Waar hebben we energie voor nodig?
Slide 13 - Tekstslide
Voor de volgende les
Maak opdracht 1 t/m 5 van BS 2
neem thuis nog eens door BS 1 Stofwisseling & BS 2 Verbranding
Morgen gaan we verder met Ademhalinghalingsstelsel
Slide 14 - Tekstslide
Voor de volgende les
Maak opdracht 1 t/m 5 van BS 2
neem thuis nog eens door BS 1 Stofwisseling & BS 2 Verbranding
Morgen gaan we verder met Ademhalinghalingsstelsel
Slide 15 - Tekstslide
Basisstof 3
- Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies
Slide 16 - Tekstslide
Verslikken
Strotklepje zorgt dat voedsel niet in luchtpijp terecht komt
Huig sluit neusholte af
Als een van de twee dit niet doet, kun je je verslikken
Slide 17 - Tekstslide
Bronchiën
Luchtpijp vertakt zich in twee bronchiën, elk gaat naar een long
Luchtpijptakje
Kleine vertakking van de bronchiën
Neusholte
Bedekt met neusslijmvlies. Maakt lucht vochtig en verwarmt het. Stofdeeltjes en ziekteverwekkers blijven plakken. Trilharen verplaatsen het slijm naar de keelholte, waar het wordt ingeslikt. Reukzintuig waarschuwt voor stinkende gassen.
Luchtpijp
Kraakbeenringen zorgen dat luchtpijp altijd open staat. Bedekt met slijmvlies.
Slide 18 - Tekstslide
Voor de volgende les
Maak opdracht 1 t/m 6 van BS 3
neem thuis nog eens door BS 1 Stofwisseling & BS 2 Verbranding
Maandag gaan we verder met BS 4 Ademhaling
Slide 19 - Tekstslide
Basisstof 4
Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen
Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht
Slide 20 - Tekstslide
Wat wijst nummer 2 aan?
Is het koolstofdioxidegehalte bij 1 hoog of laag?
Is het zuurstofgehalte bij 3 hoog of laag?
Welke gassen moeten bij de letters P en Q staan?
Slide 21 - Tekstslide
Wat wijst nummer 2 aan?
Is het koolstofdioxidegehalte bij 1 hoog of laag?
Is het zuurstofgehalte bij 3 hoog of laag?
Welke gassen moeten bij de letters P en Q staan?
Luchtpijptakje
Laag
Laag
P = zuurstof
Q = koolstofdioxide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Video
Borstademhaling
Tussenribspieren spannen aan, ribben en borstbeen bewegen omhoog, borstholte wordt groter. Tussenribspieren ontspannen, ribben en borstbeen bewegen omlaag, borstholte wordt kleiner.
Buikademhaling
Middenrif trekt samen en beweegt omlaag, borstholte wordt groter. Middenrif ontspant en beweegt omhoog, borstholte wordt kleiner.
Slide 25 - Tekstslide
Gaswisseling
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Voor de volgende les
Maak opdracht 1 t/m 8 van BS 4
neem thuis nog eens door:
BS 3 Ademhalingsstelsel
BS 4 Ademhaling
Slide 28 - Tekstslide
Basisstof 5
- Je kunt uitleggen wat je zelf kunt doen om je luchtwegen gezond te houden
-Je kunt beschrijven wat hooikoorts, astma en COPD zijn
Slide 29 - Tekstslide
Sporten
Blaasinstrument spelen
Zingen
Roken
Blowen
Stoffige omgeving (Smog)
Goede ventilatie!
Slide 30 - Tekstslide
Longproblemen
Hooikoorts (Allergie door pollen)
Astma (chronische ziekte, prikkeling van spiertjes luchtpijptakjes)