In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Past Simple - Present Perfect
Slide 1 - Tekstslide
Present perfect
Voorbeelden: I have worked since 3 am. She has been to London twice. We have walked for 2 hours now.
Deze zinnen bevatten altijd een vorm van hebben + het tweede werkwoord is een voltooid deelwoord.
Slide 2 - Tekstslide
Present perfect
Gebruik present perfect: 1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang. 2. praten over ervaringen. 3. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.
Slide 3 - Tekstslide
Past simple
Wanneer gebruik je de past simple? - iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen.
Je kan de past simple herkennen aan woorden als: last year, yesterday, in 2010. Dit zijn tijdsbepalingen.
Slide 4 - Tekstslide
Verschil present perfect en past simple
Wat is het verschil? Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen. Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.
Slide 5 - Tekstslide
Verschil present perfect en past simple
Signaal woorden:
Present perfect: already, for, since, how long.
(met een link naar het heden) Past simple: last year, yesterday, in 2010, an hour ago.
(gebeurtenissen in de verleden tijd die klaar zijn)
Slide 6 - Tekstslide
now
Slide 7 - Tekstslide
Exercise 1
Put the verbs in the past simple or present perfect
Type only the verbs
Slide 8 - Tekstslide
The man (to play) piano yesterday.
Slide 9 - Open vraag
My parents (never - to win) the lottery.
Slide 10 - Open vraag
David (to have) a burger for lunch Saturday.
Slide 11 - Open vraag
I (to lose) my keys, now I can't open the door.
Slide 12 - Open vraag
Bella (to be) a swimmer since she was 9.
Slide 13 - Open vraag
Exercise 2
Make negations in the past simple or present perfect
Type only the verbs
Slide 14 - Tekstslide
Timmy (not - to do) any homework last week.
Slide 15 - Open vraag
I (not - to see) her since last summer.
Slide 16 - Open vraag
I (not - to read) any books in years!
Slide 17 - Open vraag
We (not - to go) on holiday last Christmas.
Slide 18 - Open vraag
We (not - to answer) any questions on yesterday's test.
Slide 19 - Open vraag
(you - to see) Kelly?
Slide 20 - Open vraag
Exercise 3
Make questions in the past simple or present perfect
Type the whole sentence
Slide 21 - Tekstslide
(They - to listen) to music yesterday?
Slide 22 - Open vraag
(you - to do) your homework?
Slide 23 - Open vraag
(Mr Bean - slip) on that banana last night?
Slide 24 - Open vraag
(you - to eat) anything so far?
Slide 25 - Open vraag
Exercise 4
Translate the sentences into English.
Make sure you use the past simple and present perfect