In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Voorbeelden:
I have worked since 3 am.
She has been to London twice.
We have walked for 2 hours now.
Deze zinnen bevatten altijd een vorm van hebben + het tweede werkwoord is een voltooid deelwoord.
Wanneer gebruik je de past simple?
- iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen.
Je kan de past simple herkennen aan woorden als:
last year, yesterday, in 2010.
Dit zijn tijdsbepalingen.
Wat is het verschil?
Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.
Signaal woorden:
Present perfect: already, for, since, how long.
(met een link naar het heden)
Past simple: last year, yesterday, in 2010, an hour ago.
(gebeurtenissen in de verleden tijd die klaar zijn)
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.