V3 - Beleggen intro 24/25

Introductie beleggen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Introductie beleggen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
Beleggingsportefeuille samenstellen:
  • € 10.000 om te beleggen in aandelen, fondsen, crypto etc.
  • Eind van de les je beleggingsportefeuille doorgeven
  • Hoogste rendement op 28 januari krijgt kleine beloning.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht vs. werkelijkheid
De opdracht is een sterke vereenvoudiging van de praktijk, want:
  • Beleggen is een lange termijn aangelegenheid
  • Beleggen is geen wedstrijd.
  • Beleggen doe je niet met "nepgeld", maar met spaargeld
  • Je moet je verdiepen in wat je koopt.
  • Bij beleggen let je niet alleen op het rendement

Slide 4 - Tekstslide

Kennis is....
Hele korte theorie:
  • Wat is beleggen nu eigenlijk?
  • Welke beleggingsvormen zijn er? (laag --> hoog risico)
  • Valkuilen/risico's van beleggen.

Slide 5 - Tekstslide

Greed is good?
  • De quote “Greed is good” was door de regisseur van de film bedoeld als aanklacht tegen het ongebreidelde kapitalisme van eind vorige eeuw.
  • De quote werd echter opgepakt als lijfspreuk van jonge bankiers en effectenhandelaars: zoveel mogelijk geld verdienen is het doel.
  • Ruim dertig jaar en twee economische crises later is die overtuiging helaas nog steeds springlevend. Kijk maar naar hype rondom crypto, NFT’s en de talloze influencers die je in wervende filmpjes vertellen hoe zonder moeite snel veel geld kunt verdienen.

Slide 6 - Tekstslide

Beleggen

Slide 7 - Tekstslide

Beleggen vs. investeren
  • Beleggen: ergens je geld inleggen met als doel er in de toekomst rendement (opbrengst belegging) uit te halen.
  • Investeren: goederen of diensten kopen voor het produceren voor nieuwe goederen of diensten


Slide 8 - Tekstslide

Beleggingsvormen
  • Bij beleggen gaat het doorgaans over de handel in effecten. Dat zijn financiële producten die op een beurs worden verhandeld. De bekendste hiervan zijn aandelen, andere voorbeelden zijn obligaties, beleggingsfondsen, ETF’s en opties.
  • Je kunt daarnaast bijv. ook beleggen in grondstoffen (bijv. goud), vastgoed, vreemde valuta’s en crypto’s, NFT’s, kunst en stripboeken.

Slide 9 - Tekstslide

Aandelen
Een aandeel is een klein stukje van een bedrijf. Draait de onderneming goed, dan wordt je aandeel meer waard, draait het slecht dan daalt de waarde. Ook kan je als het goed gaat met het bedrijf elk jaar een stukje van de winst ontvangen: dividend.

Slide 10 - Tekstslide

Aandelen
Wat heb je als je een aandeel koopt?
  1. Je bezit een stukje van een bedrijf.
  2. Je hebt stemrecht op de vergadering van aandeelhouders
  3. Kans op koerswinst
  4. Kans op dividend

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Hoe komt de prijs van een aandeel van een bedrijf tot stand op de beurs?
A
Door de waarde van het bedrijf
B
Door de winst van het bedrijf
C
Door de directeur van het bedrijf
D
Door de vraag naar / aanbod van aandelen

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Beleggingsfondsen en ETF’s
  • Je kunt beleggen in losse aandelen, maar je kunt er ook voor kiezen om je geld in een beleggingsfonds te stoppen.
  • Een beleggingsfonds koopt voor jouw een mandje met effecten.
  • Je kunt ook in een ETF (Exchange Trade Funds) beleggen, je hebt dan een pakket effecten dat automatisch een bepaalde beursindex, regio of sector volgt (bijv. Nasdaq, goud).

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Crypto's
  • Cryptovaluta zijn een soort digitale munteenheden. De bekendste en eerste cryptovaluta is de bitcoin. Andere cryptovaluta die de laatste jaren aan populariteit wonnen, zijn Ethereum, XRP, Cardano en Dogecoin.
  • Omdat mensen crypto’s niet zozeer kopen om mee te betalen maar vooral om in te beleggen worden ze ook wel gezien als een soort aandelen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Beleggen vs. speculeren
  • Beleggers stoppen doorgaans hun geld in iets dat ze waardevols vinden, in de hoop dat dit in waarde stijgt. Je kunt je geld ook stoppen in effecten waarvan je verwacht dat de prijs in de niet al te verre toekomst zal stijgen of dalen.
  • Als je probeert te profiteren van korte termijn prijsschommelingen dan noemen we dat speculeren.

Slide 19 - Tekstslide

Beleggen in crypto is meestal riskanter dan beleggen in aandelen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Beleggingsfonds

Slide 21 - Tekstslide

Zeepbel
Als het heel goed gaat met een aandeel, bedrijf of sector, crypto etc. dan kan er een zeepbel ontstaan. Er is sprake van een zeepbel wanneer de marktprijs van een bepaald product buitensporig en ongecontroleerd stijgt en zich losmaakt van de werkelijke waarde van dat product. Een zeepbel kan ontstaan in een bepaald aandeel, maar ook binnen een bepaalde sector, zoals in de vastgoedsector en internet.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Cryptovaluta zijn een zeepbel

A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Nu: beleggingsportefeuille samenstellen
Experiment:
  • € 10.000 om te beleggen in aandelen, fondsen, crypto etc.
  • Eind les in moodle je beleggingsportefeuille doorgeven
  • Hoogste rendement over 2 weken krijgt kleine traktatie.

Slide 25 - Tekstslide